Wat ik dit jaar las

Wat ik dit jaar las

Wat is het toch handig om een boekenschrift bij te houden (ik doe dat sinds 1991). Dat maakt een terugblik op wat ik dit jaar las gemakkelijk.

Ik begin met de cijfers. Dit jaar las ik 59 boeken. Dat zijn er minder dan in voorgaande jaren. In 2021 waren het 87 boeken, in 2022 69. Van die 59 waren er 39 fictie en 20 non fictie. Een verhouden van 2:1 dus.

Nu zaten er wel een paar dikke pillen tussen zoals van Anjet Daanje, het razendknappe Het lied van ooievaar en dromedaris (655 pag) en van Joep Dohmen, het imponerende Iemand zijn (813 pag.), maar dat is geen excuus. Ook voorgaande jaren kende zulke boeken. Ik denk aan het te lange Een beloofd land van Barack Obama (889 pag), van Irene Vallejo, het fantastisch geschreven Papyrus 533 pag en van Joan Harstad, de kanjer Max, Micha en het Tet-offensief van 1105 pagina’s.

Binnen fictie zie ik drie genres steeds terugkeren:
– De thriller (boeken die via de maandelijkse Bookchoice-selectie binnenkomen).
– De gewone roman, zoals José Saramago, De stad der blinden (via mini-bieb), Matthijs Deen, De Hollander en De duiker, van Tine Versteegh, Het huis aan de singels, Cobi van Baars, De onbedoelden, Sacha Bronwasser, Luister, en van Jaap Robben het mooie Schemerleven.
– De historische roman zoals van Lydia Rood, De maagd van Rosendael, van Marja Visscher, De dame van het Voorhout, en van Matthias Rozemond, Melkmeisje.

Binnen non fictie las ik vooral filosofie, boeken over lezen en boeken over taal zoals Tussentaal van Marijke Spanjersberg, van Bert Keizer, Ludwig Wittgenstein, De 7 magische woorden van Nicol Tadema, Vertroostingen van Dirk de Wachter, Vraag raak van Kristof van Rossem en Het verlaten individu van Esther van Fenema. En, niet te vergeten: het boeiende en zeker aan te raden Voor ieder wat waars van Rob Wijnberg.

In een interview met Lezen (Nieuwsbrief van de Stichting Lezen) zegt Filosofe des Vaderlands Marjan Slob; ‘Standaard lees ik met een potloodje in mijn hand, lettend op hoe taal wordt gebruikt. In die zin ben ik net als een dichter, op zoek naar precies dat ene goede woord, die ene mooie zin’.

Ik herken dat volledig. Zo noteerde ik dit jaar in mijn boekenschrift:

‘Dit hebben de liefde en muziek gemeen: is zij eenmaal goed op gang, dan lopen schenken en ontvangen over in elkaar’ (Arthur Japin, Wat stilte wil)

‘Het is al vastgesteld: van een wonder vraag je je niet af hoe het komt, maar wat het van je wil’ (Willem Jan Otten, Zondagmorgen).

Wat ik dit jaar las

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *