Word je van lezen een beter mens? Voor Bas Heijne
Onlangs werd de BoekenbonLiteratuurprijs 2023 uitgereikt aan de Vlaamse auteur Jan Vertoortelboom voor zijn boek Mauk. Bij die gelegenheid sprak NRC-essayist Bas Heijne een interessante rede uit waarin hij ingaat op de actuele staat van de Nederlandse leescultuur. (1)
Teveel schrijvers
Het zijn interessante en soms verrassende waarnemingen die Heijne doet. Zo vraagt hij zich of er intussen niet méér geschreven wordt dan gelezen. Hoeveel mensen maken niet melding op hun profiel in de social media dat ze aan een roman werken? Daarnaast: uitgevers worden overladen met manuscripten en stellen hier en daar zelf een stop in.
‘Een boek schrijven? ‘Niet doen, denk ik dan. Waarom zou je ook? Er zijn al te veel romans. De boekhandels puilen uit.’ (einde citaat)
De Nederlandse literatuurcultuur lijkt definitief veranderd. De grote drie (Mulisch, Hermans, Reve) behoren tot het verleden. Veel jongeren lezen Engelstalig werk. Daar komt nog eens bij dat het boek moet concurreren met allerlei andere bronnen van vermaak. Je zou er haast een cultuurpessimist van worden. Maar Heijne wil niet bij te pakken neerzitten.
Lezen is als hardlopen
Daarom is de volgende stap in zijn betoog een recente uitspraak van schrijver Peter Buwalda die lezen vergelijkt met hardlopen: ‘lezen is hardlopen, je moet het zelf doen en je moet erop trainen’.
Dit geldt dus ook voor lezen:
‘Jezelf uitdagen, de wereld in je hoofd eigenhandig openbreken en verhalen van anderen toelaten, je eigen ervaring naast die van anderen leggen die in totaal andere werelden leven, die haaks staan op de agressieve stelligheden waar de wereld buiten je hoofd vol van is.’ (einde citaat)
Of je van lezen een beter mens wordt is volgens Heijne de verkeerde vraag. ‘Van lezen word je zelf wel een stuk interessanter. En hoe meer je leest – de wereld buiten je eigen hoofd, en andere mensen ook.’ (einde citaat)
Verhalen
Mensen hebben verhalen nodig, zeker in extreme situaties om niet in eenzijdig zwart-wit-denken te vervallen. Verhalen die ons helpen hoe te leven. Daar moeten we onszelf in oefenen. Daar hebben we mensen bij nodig die je aanmoedigen om te blijven lezen.
Een fijn verhaal, deze rede van Bas Heijne! Ik onderstreep het allemaal graag. Daarnaast, en dus niet: daartegenin, plaats ik graag een paar kanttekeningen of beter: vragen.
Volledig beeld?
De eerste heeft betrekking op de terugloop van de boekverkoop. De cijfers van de collectieve boekhandel – ik zou ze niet durven tegenspreken. En toch.
(1) Is terugloop van verkoop een goede graadmeter voor de constatering dat er minder gelezen wordt? Wordt bij die laatste constatering ook rekening gehouden met het levendige ruilverkeer van boeken dat de laatste jaren sterk is toegenomen als we kijken naar het aantal minibiebs in het Nederlandse straatbeeld? Rond de 10.000 inmiddels? En daarbij de opmerking dat er volgens de ‘houders’ van deze minibiebs veel gewisseld wordt?
(2) Is in deze cijfers rekening gehouden met het toenemend aantal vrijetijdsschrijvers die boeken in eigen beheer uitgeven? Natuurlijk zegt dit niet veel over de kwaliteit van die boeken, maar waarom zouden daar niet ook talentvolle schrijvers tussen zitten? Bovendien, we hebben het over ontlezen, nietwaar?
(3) Er zijn werkelijk omvangrijke Facebook-groepen (met wel tot 15.000 leden) waar veel titels worden gewisseld, vragen aan elkaar worden gesteld, leeservaringen worden uitgewisseld. Hoe die groep te duiden in dit plaatje?
Met andere woorden, is de situatie echt zo somber als in het beeld van de collectieve boekhandel? Wordt in dit beeld niet teveel gefocust op wat als Nederlandse ‘Literatuur’ met een grote L wordt aangeduid? Ik probeer hier bewust het woord ‘elitair’ te vermijden want een discussie daarover – die kant wil ik helemaal niet op.
Beter of interessanter?
De tweede kanttekening/vraag heeft betrekking op dat ‘door lezen een beter mens worden’. Heijne meent dat dit de verkeerde vraag is en dat het moet zijn: ‘word je er een interessanter mens van?’ Ik begrijp niet waarom het de verkeerde vraag is en in alles wat volgt in het betoog van Heijne lees ik juist een bevestiging van de juistheid van de eerste, zogenaamd verkeerde vraag: je leert je door lezen in een andere verplaatsen, je maakt kennis met andere werelden, met mensen die andere overtuigingen of gewoonten hebben, ander afwegingen maken. Word je van die kennis dan niet een beter mens? Alleen maar interessanter?
Natuurlijk, je wordt vast een interessantere gesprekspartner als je veel gelezen hebt. Maar als het je enkel te doen is om een aangename gesprekspartner te zijn in een babbel over boeken hoef je niet veel te lezen. Dan kun je royaal uit de voeten met de tips die Pierre Bayard je geeft in zijn vermakelijke boekje Hoe te praten over boeken die je niet gelezen hebt. (2)
Door trainen beter worden
De derde kanttekening is geen vraag maar een opmerking uit eigen ervaring als lezer en als hardloper. Ik ben het ermee eens. Lezen moet je oefenen. Het gaat, anders dan een film kijken, niet vanzelf. En hoe meer je ‘traint’ hoe beter je wordt. Dat geldt voor hardlopen en dat geldt voor lezen, en ik denk dat het daardoor ook geldt voor je zelfvorming als mens. Je wordt door lezen een ander mens van, een betere versie van jezelf. Dat geldt wat mij betreft voor lezen en ik sluit niet uit dat het ook geldt voor hardlopen.
(1) Een bewerking van deze rede werd op 11 november gepubliceerd in NRC. Citaten in het hiernavolgende komen uit dit artikel.
(2) Alleen al het citaat van Oscar Wilde op de omslag: ‘Ik lees nooit een boek dat ik moet recenseren; je laat je zo gauw beïnvloeden.’
Geweldige vragen, geweldige conclusie. Er is meer hoop dan men denkt?!
Zeker!
Dank Harm, professioneel heb ik ook te maken met de vraag of verhalen – juist omdat daarin de zin en betekenis van zaken zo duidelijk naar voren komen – iets toevoegen aan de kwaliteit van het leven. Of juist niet. In gesprek met gemeenteambtenaren proef ik bij hen een stille behoefte aan context en reflectie: het zoeken naar een verhaal waar zij achter kunnen staan. Eerder dus een boek in plaats van een spoorboekje waarin alles is voorgeprogrammeerd. Maar, verhalen zijn niet altijd gebaseerd op fictie, vaak juist niet en dat maakt ze ook zo aantrekkelijk. Daarin zit een manipulatief element verscholen, die we vaak tegen komen in de tegenstelling tussen feit of fictie. Fictie – zoals een mening – kan in politiek opzicht net zo zwaar wegen of juist zwaarder dan een feit (dat gebaseerd is op waarneming + argumentatie –> wetenschap).