Het Koninklijk Huis

Het Koninklijk Huis

In de decembermaand werd er op de radio flink reclame voor gemaakt. Voor de laatste roman van Herman Koch, Het Koninklijk Huis. Een modern koningsdrama. Er lagen stapels van in de boekhandel. Terecht?  Mwah. De lezer moet zich wel erg lang meligheid laten welgevallen. Pas op de helft van het boek wordt hij verrast. 

Verhaal

Voor wie het niet al opgepikt heeft, hier in het kort de opzet en het verhaal. 

Koch heeft zich kennelijk laten inspireren door populaire series als The Crown en Game of Thrones. De hoofdstukken heten dan ook afleveringen die telkens starten met een vooruitblik van wat de lezer mag verwachten.

Het Koninklijk Huis dat in deze roman centraal staat, doet menigmaal aan denken aan ons eigen koningshuis. Hoever je daar in wilt gaan, mag de lezer zelf bepalen. Het is geen een-op-een-situatie. 

Het huwelijk van de zittende koning Hendrik en zijn vrouw koningin Margarita lijkt sleets te worden, zeker in het beeld van de koningin. Dus wanneer er een interessante man op haar pad komt … Er is een overgrootvader, Arthur, die een ware schavuit is. Er is een vader, Karl, die in een inrichting verblijft. Zijn vrouw Mildred gelooft in de waarheid van tarot-kaarten. Er is een tante, Astrid, die kleptomane is. En dochter Vera verkeert in de leeftijd van eerste liefdeservaringen. Voldoende ingrediënten voor een soap, nietwaar?

Er zitten wat rode draden in de serie zoals de interesse die Koningin Margarita krijgt voor de schilder Joseph Bosman. Maar ach, elke aflevering lijkt ook weer een eigen episode te zijn.

Meligheid

Bij Koch weet je dat zijn personages vaak in het begin van het boek ogenschijnlijk normaal reageren op wat zich voordoet, terwijl allengs een vervreemding optreedt. Ze blijken helemaal niet zo normaal te zijn, integendeel, ze houden er bij nader inzien bizarre ideeën en praktijken op na. Dit, vaak in combinatie met spannende cliffhangers aan het eind van een hoofdstuk maakt veel van Koch’s boeken tot ware pageturners. Neem Het diner, neem Zomerhuis met zwembad. Ik vond ze heerlijk om te lezen.

In Het koninklijk Huis zat ik lang maar tevergeefs te wachten op zo’n ontwikkeling. De lezer moet 97 van de in totaal 183 pagina’s (ik las de e-book-versie) doorworstelen voordat hij Aflevering 6 bereikt. Je hebt er dan al vijf van de tien afleveringen op zitten. Oké, dat wordt dan wel beloond want er gebeurt daar echt iets verrassends. Maar de hoofdstukken die daaraan voorafgaan, man wat een ongelooflijke meligheid krijgt de lezer daar voorgeschoteld. Als ik niet eerder veel aangename leeservaringen met het werk van Koch had gehad, dan zou ik die 97 pagina’s niet hebben uitgelezen en zijn afgenokt bij pakweg pagina 53.

Ik heb een tijdje lopen zoeken naar het goede woord voordat ik op ‘meligheid’ kwam. Want wat lees ik nou eigenlijk: een parodie, een satire, persiflage? Maar waarop dan? Wat moet ik als lezer met die verwijzingen naar bekende Netflix- resp. HBO-series als The Crown en Game of Thrones

Instituut

Om even bij The Crown te blijven, ook die kent, net als in de composite van Koch, tien afleveringen per seizoen. Alleen, er is wel een groot verschil. Vanaf seizoen 1 aflevering 1 weet de kijker dat het in deze serie niet zo maar gaat om de ditjes en datjes van de koningin en het gedoe in haar familie. Het gaat om het instituut koningschap, om hoe dat vervuld wordt, hoe dat een constante factor is in steeds wisselende politieke situaties, regeringen en premiers, en wat ‘de constitutie’ bedreigt (ook van binnenuit). Keer op keer wordt de kijker hier aan herinnerd. Daardoor ontstaat er juist een boeiende spanning tussen de eisen van het instituut aan de ene kant en de individuele vrijheid van direct betrokkenen aan de andere kant. Die spanning is permanent, blijvend, en manifesteert zich steeds op een andere manier. 

En ja, ook de existentiële twijfels die de hoogheden in Het Koninklijk Huis overvallen (‘zou zij ook voor mij gekozen hebben als ik niet een prins was?’) komen in The Crown voor, maar dan wel in een bredere context.

bron: wikipedia

Leegte

Bij Koch tref je geen groter idee achter de dagelijkse rompslomp. Het lijkt hier juist te doen om het tegendeel. Er is bij dit koningshuis (lees: bij deze natie) helemaal geen groter idee achter de monarchie. De leden van Het Koninklijk Huis wekken geen moment de indruk over een hoger besef te beschikken. 

Kijkend naar The Crown bekennen ze ook zelf dat hun eigen leven te saai is voor een serie. Hoewel …? 

De hoogheden bij Koch verliezen zich in de leegte die hun ongekozen bestaan voor hen in petto heeft zoals de tweederangs positie naast de vorst(in), het gebrek aan eigen ontwikkelingsmogelijkheden en het hebben van maatschappelijke betekenis. 

Watermanagement

Van enige verwijzing naar de ons bekende werkelijkheid is hier zeker sprake. Ik herinner me de worsteling met zijn secundaire rol bij Prins Claus, en ‘de opdracht’ die (toen nog kroon-) Prins Willem-Alexander mee kreeg (expertise opbouwen inzake watermanagement). Ik herinner me vooral het dedain waarmee de buitenwereld dit ontving. 

Waar het me om gaat is dat Koch de zinledigheid van het koningshuis opblaast tot een karikatuur. Daarmee gaat voorbij aan de representatieve en samenbindende functie van de leden van ‘het instituut koningshuis’. Zo doet hij heel ironisch over de gesprekjes die hoogheden tijdens werkbezoeken voeren. Om over de kleptomanie van Prinses Astrid maar te zwijgen. Het is allemaal van een flauwigheid die je niet wilt weten.

Afrekening

Gelukkig, het is niet allemaal kommer en kwel. In Aflevering 6 gebeurt er dus iets heel verrassends (ik verklap niet wat), maar een vervolg krijgt dat niet echt. Er zitten verderop meer fraaie stukken in, zoals de manier waarop koningin Margarita in Aflevering 9 afrekent met een al te opdringerige fotograaf. 

Over het eind zal ik ook niets verklappen, alleen dat ik het niet overtuigend vind. Keer op keer belijdt Hendrik zijn liefde voor zijn vrouw en dan toch zo’n einde. Dat is toch ongeloofwaardig? En als de lezer het wel geloofwaardig vindt, past dat beeld dan wel in het wat sullige imago dat tot dan steeds van Hendrik is geschetst?

Banaliteit

Als lezer kun je niet in het hoofd van de auteur kijken. Vragen als ‘wat bedoelt de schrijver met …?’ zijn niet aan de orde. (Geen ‘museumles’, zoals de koningin en de schilder zich in de roman herinneren) We hebben te doen met de tekst die voorligt. Er is geen andere spreker.  

Welnu, als deze tekst, deze roman ons een beeld wil schetsen van de staat van de monarchie te onzent, dan komt die monarchie er niet best af. Het is keer op keer weinig vleiend wat er zoal verteld wordt. Neem deze zin:

‘Als een gezicht een stad was, dan was dat van de koningin het bruisende centrum en dat van de koning een grijze buitenwijk.’ 

Het is een veelzeggend beeld, dat zeker maar ook een respectloos beeld als je daar concrete personen bij gaat invullen. Daarom mijn punt: wat moet ik met het oproepen van dit soort banale associaties?

Verwondering

Uiteindelijk interesseert het me niet of dit het beeld is van schrijver Herman Koch over het koningshuis. Er is iets anders waar ik me over verwonder. Dat zijn de vele enthousiaste reviews die ik op lezers-/boekensites als hebban.nl en goodreads.com lees. Nee, aan mij was Het koninklijk Huis niet besteed.

Herman Koch, Het Koninklijk Huis. Een modern koningsdrama. Amsterdam: Ambo|Anthos 2022. Het boek is te koop of te bestellen bij uw lokale boekhandel en bij managementboek.nl.

Het Koninklijk Huis

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *