Meer rake zinnen

Meer rake zinnen

Vorige maand schreef ik een blog met mooie zinnen, treffende waarnemingen, en verrassende tegenstellingen die ik verzamelde in mijn boekenschriften. Voorbeelden van de schrijver op zijn best. Ik heb er zóveel verzameld dat ik deze column er wel een jaar lang mee zou kunnen vullen. Dat ga ik niet doen, maar deze keer nog wel. 

En dus liggen ze weer voor me, de vijf meer dan vingerdikke boekenschriften, beginnend in 1991.

Levensloop

György Konrád
(bron: nl.wikipedia.com)

In die beginjaren van noteren las ik vaak Joodse schrijvers: Abraham Joshua Heschel, Emmanuel Levinas, Isaac Bashevis Singer, Abel J. Herzberg, G.L. Durlacher, noem maar op. Het zal dan ook niet verwonderen dat de eerste citaten die ik overschreef, afkomstig zijn van de Hongaars-Joodse schrijver György Konrád. Het eerste citaat hieronder werd het motto van Wim Kayzers befaamde televisieserie Nauwgezet en wanhopig:

‘Op de vraag naar de zin van het leven antwoordt iedereen met zijn levensloop.’

En 

‘Elke Jood erft van zijn ouders een tijdbom of een doodvonnis, waarop zijn naam al is ingevuld, alleen de datum nog niet.’

Doorschijnendheid

In dezelfde tijd las ik ook Merkstenen van Dag Hammerskjöld, de eerste secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Hij kwam om bij een vliegtuigongeluk. In zijn later uitgegeven dagboek schreef hij:

‘Je zult het leven kennen en door het leven erkend worden, naar de maat van je doorschijnendheid – dit is naar de maat van je vermogen om te verdwijnen als doel en alleen middel te blijven.’

Het lijkt me dat dit haaks staat op wat in onze tijd alom verkondigd wordt: dat het om jou en alleen om jou gaat in het leven. In Merkstenen houdt topdiplomaat Hammerskjöld zichzelf bij herhaling het tegenovergestelde voor. 

Juweeltjes

Na deze ernstige zinnen een paar lichtvoetiger.

Per Olov Enquist, De vijfde winter van de magnetiseur:

Per Olov Enquist
(bron: nl.wikipedia.com)

‘’s Avonds bereikten ze een weiland waar twee schapen graasden. Meisner liep naar ze toe. Ze stonden stil en kauwden slaperig op iets wat stilte zou kunnen zijn, maar waarschijnlijk gras was: (…)’

Een juweel van een zin toch?! Ik heb er nog een, van Mario Benedetti in Het uitstel:

‘Er bestaat een soort automatische reflex om bij het praten over de dood onmiddellijk op je horloge te kijken.’

Hoe kom je erop?!

En soms stuit je al lezend op nuchtere wijsheid:

’Iets wat onmogelijk lijkt, is soms alleen maar moeilijk.’ 

Aldus Stefan Brijs in zijn boeiende De engelenmaker.

Wijkende geschiedenis

Annie Ernaux
(bron: nl.wikipedia.com)

Onlangs kreeg de Franse schrijfster Annie Ernaux de Nobelprijs voor de literatuur toegekend. In december 2020 las ik haar boek De jaren. Het boek wordt ‘een collectieve autobiografie van onze tijd’ genoemd. Die aanduiding vind ik treffend gekozen. Persoonlijk ben ik iets jonger dan Ernaux, maar ik herken veel van het tijdsbeeld waarin ze haar levensgeschiedenis verpakt. Een thema hierin is ‘het wijken van de geschiedenis’: we kijken nauwelijks meer terug maar ook nauwelijks vooruit: de verkorting van de toekomst tot datgene wat gekocht moet worden. Leven in het nu van de consumptie- en wegwerpmaatschappij. Ernaux schrijft: 

‘De dingen om ons heen gingen geen van alle lang genoeg mee om te verouderen, ze werden binnen de kortste keren vervangen of aangepast. Ons geheugen kreeg niet de tijd om ze met bepaalde levensmomenten te verbinden’. 

Verbeelding

Tot slot een citaat van Alberto Manguel (in Dagboek van een lezer), die vele boeken over boeken, over lezen en leesplezier schreef. Manguel verklaart precies waarom ik al jaren dit soort citaten verzamel:

‘Misschien moet een boek, wil het voor ons aantrekkelijk zijn, een koppeling leggen van toevallige overeenkomsten tussen onze ervaring en die van het verhaal – tussen de twee verbeeldingen, die van ons en die op papier.’

(Dit blog verschijnt gelijktijdig als column in de Voorschotense Krant)

Meer rake zinnen
Tags:     

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *