Lea Dasberg, een populaire pedagoge

Lea Dasberg, een populaire pedagoge

Het wat oudere Nederlandse onderwijsvolk zal zich haar herinneren. Het pedagogisch idool van de jaren ’80 – ’90: de aan haar rolstoel gekluisterde maar o zo levendige Lea Dasberg. Siep Kooi schreef onlangs een boek over hun vriendschappelijke relatie gedurende een aantal decennia. Een forse pil vol interessante documentatie over Lea Dasberg. Ook een lichte hagiografie, al wilde Dasberg dat lang zelf beslist niet en probeert ook Kooi dit te vermijden.

Anecdote

Het is medio 2022. Ik ben druk doende mijn boekenkasten te schonen van boeken die ik waarschijnlijk niet meer zal gebruiken. Daaronder ook een stapeltje boeken op het terrein van onderwijskunde en pedagogiek. Het meeste kan weg maar een drietal lezingen van Lea Dasberg houd ik apart en in het zicht om er binnen afzienbare tijd nog eens in te lezen en wat over te schrijven. Niet lang daarna ontmoet ik als bij toeval Siep Kooi, een van Dasbergs promovendi, die juist het manuscript van een boek over haar en hem heeft afgrond. Dat is wel heel toevallig: twee fans, de een closer dan de ander, die gelijktijdig menen dat Lea Dasberg niet zo maar in het vergeetboek mag raken.

Lea Dasberg (bron: wikipedia)

Veldwerkers

Mijn eigen fascinatie voor deze, zo op het oog kwetsbare vrouw stamt uit de tijd dat ik werkte bij een landelijke organisatie voor christelijk onderwijs (later opgegaan in het huidige Verus). Het is een tijd van veel onderwijsvernieuwingen en -veranderingen, van experimenten en schaalvergrotingen, van aandacht voor centrale onderwijskwaliteit (die is er pas vanaf circa 1985; daarvoor ging het om deugdelijkheid) en opkomend management. 

Dat alles tegen de achtergrond van een onderwijskundig denken dat de kwantitatieve methoden van de sociale wetenschappen heeft geadopteerd. De pedagogiek lijkt te zijn verschrompeld tot een pedagogische innercircle die na het invloedrijke werk van Langeveld geen, voor de buitenwereld inspirerend, boegbeeld heeft voortgebracht. Vergelijk het met de huidige academische filosofie die ook weinig raakvlak heeft met de groeiende populaire of publieksfilosofie (het ‘instituut’ denker des vaderlands is wat dat betreft een gouden greep).

Welnu, vanuit het onderwijsveld gezien, de ‘veldwerkers’ zoals Dasberg onderwijsgevenden graag noemde, is haar geluid een verademing, een teken van hoop, een bron van inspiratie, een hart onder de riem, een lichtend voorbeeld (ja, al deze superlatieven en metaforen waren in die tijd echt op haar van toepassing). Mooi dus dat Siep Kooi de moeite heeft genomen om alles wat hij over haar aantrof in zijn documentatie aan de buitenwereld te tonen. 

Lijdensweg

Kooi kent Dasberg al vanaf eind jaren ’70 wanneer hij zijn doctoraalscriptie bij haar schrijft. Na wat omzwervingen hier en daar begint hij in 1986 aan onderzoek dat moet leiden tot een proefschrift met Lea Dasberg als promotor. Hij doet gedetailleerd verslag van hun gesprekken uit die beginperiode, 

Kooi moet door de jaren heen streng en consequent van alle contacten aantekeningen hebben gemaakt en bewaard want de mate van detaillering is bijzonder. Zo krijgt de lezer een boeiend beeld van hoe de gedachtengangen rond dit proefschrift en de ontwikkeling van de focus op het werk van de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty verliepen. Prachtig om te zien hoe ze het onderscheid tussen leefwereld en belevingswereld verder invullen en gebruik te maken van een lang onopgemerkte notie in het werk van Merleau-Ponty: ‘tussenruimte’. 

Aanvankelijk zou Ton Beekman co-promotor zijn maar die vertrok naar het buitenland. Lennard Vriens, kersverse hoogleraar aan de UvA zal dit van hem overnemen. Later treedt ook de nog onervaren filosoof Guy Widdershoven toe tot de promotoren. 

Kooi doet zeer gedetailleerd verslag van de lijdensweg die zijn proefschrift doormaakt. Er verschijnen door de jaren heen wel zo’n twintig versies. De promotie zelf wordt enkele keren uitgesteld, commissieleden keuren het af, trekken zich terug, helpen bij de ‘verbetering’ – je wilt niet weten wat een gedoe, wat een gekissebis, wat een opportunisme, wat een gezwalk, … 

Schrappen

Met Lea Dasberg op de achtergrond die de moed erin houdt en daarmee Siep Kooi overeind. Hoewel, er zijn ook momenten dat Dasberg onverwacht kritisch uit de hoek komt. Hoe dit zij, de lezer krijgt dit gedoe allemaal mee. U voelt hem al aankomen: dit gedoe duurt eindeloos. In de tijd maar liefst 12 jaar, in de tekst van dit boek minstens 150 pagina’s lang. O, je krijgt als lezer zeker een interessant kijkje in de keuken maar die ziet er wel rommelig en weinig fris uit. 

Belangrijker is: wil ik dit allemaal weten? Het komt over als oud zeer (trouwens, met hoeveel dissertaties is het niet tobben en gedoe?) en een gebrek aan focus. Kooi had zich ook gewoon kunnen beperken tot de interventies van Dasberg en de rest in een ingedikte samenvatting kunnen persen. Ook al zal Kooi het niet zo bedoelen, nu heeft dit relaas toch iets van een afrekening achteraf, niet in de richting van Dasberg die hij kritiekloos bewondert, maar in de richting van allerlei betrokken hoogleraren. Dit had echt anders gekund, korter, zakelijker, zonder alle tussentijdse overwegingen en zonder de emoties van Kooi zelf. Kooi had veel kunnen schrappen – en precies dat is een tekort dat hem al tijdens het schrijven van het proefschrift bij herhaling aangeraden wordt. Het had dus een stuk bondiger gekund zonder dat de lezer iets hoeft te missen over Dasberg om wie het toch te doen is. 

Verwondering

Ik voeg er nog enige verwonderingen die ik tijdens het lezen had, aan toe. Zo heb ik mij op allerlei momenten echt verbaasd over de gang van zaken (zoals Kooi die weergeeft natuurlijk). Nergens lees ik iets over een protocol waarin promotoren en promovendus duidelijke afspraken maken. Nergens lees ik iets over oefenen in vertellen waar je mee bezig bent, over lezingen houden als promovendus om te kijken of je inzichten helder te verwoorden zijn. Nergens lees ik iets over uitnodigingen voor en bijdragen aan congressen of artikelen in tijdschriften, nergens een verslag van een gesprek over ‘promoveren op artikelen’ (voor een buiten-promovendus als Kooi een fijne vorm om je proefschrift voor te bereiden). Nergens lees ik iets over contacten met andere promovendi (Dasberg had er zeker twee handen vol), over uitwisselingen en elkaar inspireren. De onervaren promotoren, maar ook Dasberg, laten het vaak afweten, met name inzake hun verantwoordelijkheid. Kooi wordt daar door anderen ook scherp op gewezen, maar het enige wat er gebeurt, is dat hij hun taken dan maar zelf uitvoert en weer de pedel belt.

Intellectuele veelvraat

Terug naar Dasberg om wie het in dit boek te doen is. Ik leer haar kennen als een heel betrokken vrouw, zeer geïnteresseerd in de ideeën van Kooi maar ook in diens leven als mens, als echtgenoot, vader en later grootvader. Siep Kooi en zijn vrouw Janneke gaan enkele malen in Israel bij haar op bezoek. Er is veel briefwisseling over en weer, ook over privé-aangelegenheden zoals de geboorte van weer een kleinkind. Bij mij als lezer veroorzaakte dit soms enig ongemak. Ik hoef niet alles te weten of te lezen. En soms voelde ik me ongevraagd een beetje een voyeur.

Ik leer Dasberg kennen als een geweldig energieke vrouw, een harde werker, een enorme doorzetter ook en een intellectuele veelvraat. Niet alleen als pedagoge, ook als historica. Ja, ze zal een geweldige gesprekspartner voor Kooi zijn geweest, zeker ook in haar manier van gespreksvoering.

Ik leer Dasberg kennen als een vrouw met een mening, wat zeg ik: een uitgesproken mening, zeker als het over morele zaken gaat. Dan is het echt zwart/wit. Ik denk aan haar oordeel over Ischa Meijer (met wie ze als meisje veel optrok), over Etty Hillesum (en haar relatie met een getrouwde man) en zo nog wat bekende personen die langskomen. 

Met haar duidelijkheid en scherpte, en soms onverwachte mening deed zich ook gelden in het maatschappelijke of onderwijskundige debat (zie haar lezingen voor het grote publiek) of over gevoelige zaken zoals de holocaust of de politieke situatie in Israel.

Desillusies

Ik leer Dasberg kennen als een vrouw die haar hele leven meer aan de kant stond van de ‘veldwerkers’ dan van de universitaire wereld. Haar boek Grootbrengen door kleinhouden is decennialang heel populair in het onderwijs, maar in de academische wereld neemt men haar niet erg serieus. Zeker lijkt dat haar inzichten over hoe wetenschap te bedrijven niet aansluiten bij de dan geldende dominante opvattingen. Of was het misschien gewoon kinnesinne, jaloezie, afgunst? Hoe dit zij, een symposium in 2000 dat geheel gewijd is aan haar werk waaronder haar ‘pedagogie van de hoop’, haar opvattingen over opvoeden in waarden en normen, en haar inzichten in hoe het verder moet met de professionele zelfstandigheid van de leraar, wordt een gigantisch debacle. Het lijkt (in de samenvattingen van Kooi) alsof de universiteit haar op een moment van glorie juist wegzet bij het afval. Het moet een geweldige desillusie zijn geweest.

Zo waren er meer desillusies in haar leven. Niet alleen vindt ze geen aansluiting bij haar collega’s aan de Universiteit van Amsterdam (in Utrecht in de jaren daarvoor lag dat echt anders), ook het project dat ze na haar vertrek uit de universiteit in Israel uitvoert, verloopt uiterst onbevredigend. Ik denk ook aan de leuren bij allerlei uitgevers met wat voor haarzelf haar hoofdwerk moest worden, An Intimate History of Jewish Childhood, in the Western World 1723 – 1933 According to Autobiographics dat uiteindelijk in 2010 in eigen beheer en op eigen kosten verschijnt.

Biografie

Interessant is ook wat Kooi vertelt over de biografie die een van de promovendi over Dasberg schrijft en die in 2010 verschijnt. Kooi zelf heeft zich al jaren eerder hiervoor bij Dasberg gemeld maar die wilde er toen niets van weten. Tot Marion de Ras haar, zo lijkt het, onder druk zet. Zowel Dasberg als De Ras zitten professioneel op een dood punt. Een biografie zou een win-winsituatie opleveren. Dasberg informeert Kooi pas op een moment dat de biografie al volop in ontwikkeling is. Kooi accepteert dit verlies met opgeheven hoofd maar is weinig te spreken over het resultaat waartoe dit alles heeft geleid. Om nog maar te zwijgen over de woorden waarmee Ras in het publiek reageert op de dood van Dasberg in 2018. Kooi heeft dan al vanaf 2015 geen contact meer met haar kunnen krijgen.

Siep Kooi (bron: Scherpenzeelse krant)

Kooi is consequent bij zijn doelstelling gebleven: een boek over zijn ontmoetingen met Lea Dasberg, zoals de ondertitel ook luidt. Toch was ik na lezing nieuwsgierig naar de ervaringen van andere promovendi met Dasberg. Hoe verliepen die promotietrajecten? Welke ervaringen hadden zij met haar? Het zou me niet verbazen als dit het beeld over haar verruimd zou hebben, genuanceerder gemaakt. Zo gaat Kooi niet echt in op de redenen waarom het initiatief voor een artikelenbundel van haar promovendi als een eerbetoon aan hun promotor niet van de grond kwam. 

Tot slot

De titel, ja, wat kan die anders zijn dan een deel van een zin uit een brief van Lea Dasberg zelf aan Siep Kooi. Het is na een korte ‘radiostilte’ dat ze weer van zich laat horen. De zin typeert haar humor en zelfspot. Het was een bijzondere vrouw.

Siep Kooi, Jullie denken vast dat ik verdampt ben. Ontmoetingen met Lea Dasberg. Leeuwarden: Uitgevrij Elikser 2022, 482 pagina’s, € 28,50.

https://www.managementboek.nl/boek/9789463654708/jullie-denken-vast-dat-ik-verdampt-ben-siep-kooi?affiliate=8653(Dit blog verschijnt gelijktijdig op blijmeteenboek.nl en harmklifman.nl)

Lea Dasberg, een populaire pedagoge

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *