De lezende mens
Op een site mag een uitvoerige bespreking van een boek over lezen natuurlijk niet ontbreken – ook al komt daarin de ervaring van leesplezier nauwelijks aan de orde. Het zijn vooral zorgen over de toekomst van ‘diep lezen’. Ik heb het over De lezende mens. De betekenis van het boek voor ons bestaan van Ruud Hisgen en Adriaan van der Weel. Hoewel in het boek veel meer aan de orde komt, vormt het pleidooi voor behoud van ‘diep lezen’ toch wel de rode draad.
Kant lezen
Toen ik na een paar jaar studie Nederlands daarnaast filosofie ging studeren, merkte ik dat die studie een andere omgang met teksten vergde. Natuurlijk, bij Nederlands las je lekker veel romans en gedichten en daarnaast wetenschappelijke artikelen, bij filosofie lag het leestempo toch echt oneindig veel lager. Voor een boekje van 125 pagina’s van Immanuel Kant had ik drie, vier maanden nodig. Kant lezen is ‘diep lezen’ in het kwadraat.
Drie varianten
Om uit te leggen wat diep lezen specifiek is, vergelijken Hisgen en Van der Weel deze manier van lezen met twee andere. De eerste is het bladeren, skimmen, of scannen van een tekst. Je gaat op zoek naar sleutelwoorden en je rent al scrollend door een artikel. Digitale teksten lenen zich bij uitstek voor deze manier van lezen. De andere manier van lezen wordt het immersieve of geabsorbeerde lezen genoemd: het helemaal verdwijnen in het verhaal, erdoor opgeslokt worden en van de wereld zijn. Denk aan het lezen van een thriller of een romantisch verhaal.
Diep lezen is van een andere orde: het gaat om lange en vaak gecompliceerde teksten, het lezen vergt inspanning, reflectie, ‘kauwen’ om te begrijpen en dus tijd.
Langer leven
Diep lezen is een vaardigheid die permanent moet worden geoefend. Het doet een beroep op volharding en zelfdiscipline, maar in de regel krijg je er ook wat voor terug! Inzicht, verrijkende kennis, wijsheid, esthetisch genot, …. Toch zijn het niet deze dingen die de auteurs noemen. Zij wijzen op wat er met ons brein gebeurt als we frequent diep lezen. Diep lezen blijkt de structuren in ons brein een bepaalde kant op te structureren richting het verbeteren van de concentratie, het geduld en het vermogen om analytisch en kritisch te denken en te reflecteren op wat we lezen. Ze gaan zelfs zover te veronderstellen dat je door diep lezen een grotere kans hebt op ‘een langer en gezonder leven, in geestelijk welzijn en met maatschappelijk succes’ omdat ‘het je leert meer greep op je leven te hebben’.
Democratie
Diep lezen doe je natuurlijk met teksten, geschreven taal en om diep te kunnen lezen is geletterdheid nodig. Welnu, in de eeuwen die achter ons liggen heeft het proces van geletterdheid zich royaal kunnen voltrekken. Geletterdheid, boeken maar ook andere teksten kunnen lezen worden door de auteurs rechtstreeks in verband gebracht met onze democratie (die er volgens hen zonder boeken nooit was geweest).
Terug en vooruit
Rond dat diepe lezen komen allerlei andere dingen aan de orde die er mee te maken hebben zoals hoe het proces van lezen zich precies voltrekt, hoe het boek de westerse wereld heeft kunnen veroveren dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst, hoe het gebeurde dat de negentiende eeuw de eeuw van het lezen kan worden genoemd, en nog veel meer.
Naast deze blik terug in de tijd is er de blik vooruit, het prognosticeren van de toekomst van lezen in het algemeen en van diep lezen in het bijzonder, dit vooral in tijden waarin alles digitaal lijkt te moeten worden.
Over de digitalisering zijn de auteurs niet per se negatief dat niet, maar ze wijzen wel op een aantal flinke valkuilen én op schadelijke effecten als we het fysieke boek helemaal zouden inruilen voor digitale versies, e-books dus. Ze leggen enkele malen de vinger op een wel heel lelijke, zere plek.
Babyboomers
Hun observaties lijken me zo dringend dat ik ze hier graag letterlijk citeer (zie hun stellingen 13 en 20 (gedeeltelijk);
Babyboomers kunnen uitstekend overweg met het lezen vanaf schermen, doordat ze zijn opgegroeid met boeken en zich daardoor beter kunnen concentreren. Omgekeerd hebben de generaties die groot zijn geworden met vooral schermen het veel moeilijker met het lezen van boeken. De gewenning aan kort en krachtig – het snel schakelen van skimmen en scannen – ondergraaft het geduld voor langdurige concentratie.
Vaak zijn de luidste pleitbezorgers van de digitale zaak ironisch genoeg oudere mensen, die zich graag laten voorstaan op hun jeugdige denken. (…) Het is twijfelachtig of er een alternatief voor lezen van boeken bestaat met een even breed scala aan positieve cognitieve effecten, vooral voor het denken.
Tech
Over die valkuilen gesproken, de auteurs maken zich zorgen over de macht van de grote techbedrijven die ons leesgedrag via allerlei algoritmes in door hen bepaalde richtingen kunnen sturen. Die techbedrijven zijn er echt niet voor jou, het is hen alleen te doen om winst. En er is nog een bezwaar waar die techbedrijven verder buiten staan. Het proces van lezen van een e-book blijkt anders te verlopen dan het proces van het lezen van een fysiek boek: minder diepgaand, oppervlakkiger, minder kritisch, minder reflectief.
Hisgen & Van der Weel maken zich daarom ernstige zorgen over het voortbestaan van ‘diep lezen’
Tips
De laatste hoofdstukken zijn vooral bedoeld om een vervolg op lezing van dit boek (of adoptie van de zorgen omtrent ‘diep lezen’) te faciliteren. Wat kunnen de lezer en de nog-niet-lezer doen? In hoofdstuk 7 geven de schrijvers een breed scala van mogelijkheden om kennis te maken met of voort te borduren op ‘diep lezen’ variërend van deelnemen aan een leesclub tot surfen naar TikTok / BookTok of Vlogboek van het bezoeken van festivals tot het beluisteren van podcasts over boeken.
In het slothoofdstuk (‘Heeft lezen toekomst?’) komt veel van wat in het voorgaande werd besproken nog eens beknopt bij elkaar. Het boek wordt afgesloten met 22 stellingen waarin allerlei facetten van ‘diep lezen’ andermaal terugkomen.
Plus en min
De lezende mens is een interessant boek, vol wetenswaardigheden, zeker als je niet eerder las ‘over wat lezen is’. Het is informatief, rijk voorzien van achtergrondliteratuur en bilbiografie en bevat her en der aansprekende voorbeelden uit de literatuur. Toch ontkom ik er niet aan om ook wat kritische kanttekeningen te plaatsen. Naast de plussen dus de minnen.
De eerste is dat ik bij herhaling het gevoel had een bundel verzamelde artikelen te lezen met alle nadelen van dien zoals herhalingen, wisselende termen (nu eens diep lezen, dan opeens studerend lezen), onduidelijke termen (wat is precies ‘letterlijk lezen’ als dat tegelijk ‘diep’ is en staat tegenover ‘canoniek lezen’? Als hier de theologische opvatting bedoeld wordt dat Bijbelverhalen waar = letterlijk gebeurd zijn, wat betekent dan ‘diep’?).
Ik denk ook aan subjectieve beoordelingen van een beschreven situatie, niet onderbouwde beweringen (ondanks de bijna 300 noten), merkwaardige gedachtespinsels en uit de lucht vallende conclusies.
Met regelmaat las ik een opvallende gedachte maar daar gebeurde dan niets mee, zoals de vele verrassende omkeringen inzake oorzaak- en gevolg; denk aan: leidde lezen tot hersenvergroting of was hersenvergroting nodig als voorwaarde voor de toename van lezen? Mooie vragen die vast eerder gesteld zijn en van wetenschappelijke argumenten voorzien zullen zijn. Dus: wat weten we al?
Herhalingen
Het meest hinderlijk (tweede kanttekening) vind ik toch de vele herhalingen die lopende het tweede deel van het boek ronduit gingen tegenstaan. Hier had een kritische redacteur wonderen kunnen verrichten, want er valt heel wat aan herhalingen te schrappen. Wellicht dat die redacteur dan ook de tekst van allerlei gebabbel zou hebben verlost. En een groot aantal keren de toevoeging ‘parallelle wereld’ (van teksten) zou hebben geschrapt. En de geboortejaren van nog levende personen zou hebben verwijderd want waarom moet ik weten dat Louise Fresco van 1952 is (om maar iemand te noemen)? Waarom bij herhaling dat gekoketteer met Plato wiens betrokkenheid bij dit onderwerp met één vermelding echt wel voldoende is. Wat moet ik met een ontwikkeling die ‘geleidelijk overrompelt’? Het lijkt me een contradictio in terminis. Ik durf te wedden dat stevige redactionele ingrepen de tekst en daarmee mijn leesplezier zeker ten goede zouden komen. En zeg nou zelf, een boek over lezen zou toch allereerst ook zelf fijn om te lezen moeten zijn? Nou, dan ken ik betere voorbeelden (zie hieronder).
Andere standaardwerken
De derde is dat ik ondanks de uitgebreide bibliografie verwijzingen naar allerlei opvallende titels in de tekst zelf mis. Zo lijkt het dat de auteurs niets met deze boeken hebben gedaan, terwijl die voor het onderwerp wel degelijk relevant zijn. Neem de publicaties van Irene Vallejo die op dit moment furore maakt met haar heerlijke boek Papyrus – het wordt wel genoemd in de literatuurlijst maar in de tekst zelf wordt het niet genoemd (of kwam de vertaling net te laat voor de auteurs?)
Neem Alberto Manguel, hij wordt geciteerd in een motto (dat wel) maar verder lijken zijn inzichten er niet toe te doen. Ook de bevat de bibliografie maar één titel van hem (zijn magistrale en rijk geïllustreerde Een geschiedenis van het lezen) terwijl hij toch echt veel meer relevante publicaties op dit gebied heeft geschreven. Ik denk met name aan De kunst van het lezen – alsof dat niet ook over diep lezen gaat.
Ik noem Marita Matthijsens voorbeeldige L. De lezer in de negentiende eeuw. Het boek staat wel in de bibliografie maar ik kom het verder nergens tegen.
Ik mis aandacht voor het werk van de Stichting Lezen (wordt maar één keer genoemd) en het onderzoek van Jeroen Dera naar leeslijsten in het voortgezet onderwijs (zijn boekje over poëzie wordt weer wel genoemd).
Ik mis het Manifest van de Leescoalitie van oktober 2020. Ik mis In een adem uit. Het geheim van het lezen van Daniel Pennac met de bekende ’10 rechten van de lezer’. Afijn, zo kan ik doorgaan.
Compliment
Genoeg gemopperd nu. Beste lezer, laat je er niet door afschrikken. Scrollend door de reviews op Hebban.nl en goodreads.com zag ik veel waardering voor dit boek.
Laat ook ik daarom afsluiten met een blije constatering en compliment aan de auteurs. In boeken die over lezen gaan en dan met name over het lezen van literatuur, worden zowel door Nederlandse als buitenlandse schrijvers altijd dezelfde topwerken uit de wereldliteratuur genoemd, zoals Don Quichotte, Madame Bovary, Pride and Prejudice, Anna Karenina, Oorlog en vrede. Alsof er geen andere grote werken zijn geschreven, ook niet in het Nederlands.
Het deed me daarom echt genoegen om in dit boek dat voor een Nederlands publiek geschreven is, royale aandacht voor Annie M.G. Schmidt te ontmoeten. Wat een mooie, voor ieder herkenbare keuze!
Ruud Hisgen & Adriaan van der Weel, De lezende mens. De betekenis van het boek voor ons bestaan. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact 2022, 350 pagina’s.