Ongemerkt verder
Je was een ervaren schrijfster van journalistieke verhalen en nu ben je psychotherapeute. Dat is nogal een verschil! Of toch niet? Want is niet ook het verhaal van een client ‘gewoon’ ook een verháál is? Catheleyne van der Laan schreef Ongemerkt verder, een boek met vier verhalen, elk over en vanuit iemand met een classificatie uit het bekende DSM-5-register. In dit boek combineert zij op geheel eigen wijze haar beide vaardigheden: schrijven en therapeuten.
De verhalen
Marloes worstelt met een borderline-persoonlijkheidsstoornis, wat maakt dat ze heel vijandig naar de buitenwereld kijkt en elke goede bedoeling met argwaan beziet. Ook lukt het haar niet om ritme en structuur aan te brengen in met name de opvoeding van haar dochter.
Gerard heeft last van een depressieve stemmingsstoornis die hem compleet lam legt. Hij vervalt tot inactiviteit en weg-eten van zijn frustraties. Tot hij het advies krijgt een hond te nemen waardoor hij in een compleet nieuwe wereld belandt en zich een nieuw perspectief voor hem opent.
Liesbeth is in haar jeugd misbruikt door een oom en dit zette een stempel op haar verdere, nog jonge leven. Haar posttraumatische stressstoornis wordt ‘ontdekt’ door een opmerkzame predikant.
Barend is voor alles bang, tot gek-wordens toe voor zijn gezin. Hij heeft het van zijn moeder die hem er nog steeds mee voedt. Een oude klasgenoot weet een goede remedie om Barend van zijn gegeneraliseerde angststoornis af te helpen.
Ware fictie
In het voorwoord legt Van der Laan uit dat Marloes, Barend, Liesbeth en Gerard niet echt bestaan maar hun verhaal wel. Noem het ‘ware fictie’. De verhalen zijn bedacht, ‘de onderliggende verhalen’ (‘ervaringen’) vertellen wat er achter een bepaalde stoornis schuilgaat en hoe die zich in concreet gedrag uit. En dat laatste zal precies de bedoeling van de auteur zijn: laten zien hoe dingen kunnen uitpakken: voorvallen uit je jeugd, de opvoeding en gezinssituatie die je meekreeg, ingrijpende gebeurtenissen die levensbepalend zijn, verkeerd voorbeeldgedrag. Van der Laan maakt in het voorwoord ook duidelijk dat iedereen wel trekken in zich heeft van de vier geschetste ziektebeelden – ze leggen de basis voor herkenning van de verhalen.
De verhalen zijn heel toegankelijk geschreven. Ze hebben geen literaire ambities en lijken vooral bedoeld om een breed publiek te willen bereiken. Geen moeilijke woorden, korte zinnen.
Inweven
Toen ik aan het eerste verhaal begon, moest ik even zoeken naar de bedoelingen van de auteur. Het voorwoord met de expliciete verwijzing naar DSM-5 wekte bij mij aanvankelijk de verwachting dat het zou gaan om vier verschillende gevalsbeschrijvingen of casussen met daarbij een toelichting van de therapeute. Dat zou betekenen dat er een cesuur zou zijn tussen het verhaal en de beschouwing over dat verhaal, en die cesuur kwam maar niet. Tot ik al lezend begreep dat het therapeutische verhaal in het fictieve verhaal zelf is ingeweven. Dat markeert het verschil tussen een leesboek en een leerboek.
Geen happy end
Wat me opviel is dat de vier hoofdrolspelers weliswaar forse stappen zetten op weg naar een voor hen leefbare situatie maar dat dat nog geen happy end betekent zoals in de doorsnee feel good roman. Gerard knapt geweldig op als hij een hond neemt, maar de relatie met zijn vrouw blijft wel ingewikkeld. En Marloes mag met haar dochter weliswaar bij de buurman intrekken om te voorkomen dat ze op straat komt te staan, maar daarmee is ze er nog niet. Forse stappen dus, maar nog een weg te gaan. Precies dit versterkt het realisme van de vier verhalen.
Catheleyne van der Laan, Ongemerkt verder. Zaam Uitgeverij (‘Uw partner in zorgpublicaties’) 2020, 216 pagina’s, ISBN 9 789492 261663