De boekendief

De boekendief

Kan dat: poëtisch schrijven over oorlog? ‘Technisch’? Moreel? Een tegelijk dramatisch en lichtvoetig verhaal scheppen, met een zielenrapende dood als verteller en dat nog eens vanuit het perspectief van een meisje van rond twaalf jaar? Markus Zusak schreef De boekendief – een boek dat heel wisselende reacties ontving. Van heel lyrisch tot absolute afwijzing.

De boekendief verscheen in 2005 als The Book Thief in Australië en werd in 2007 in het Nederlands vertaald door Annemarie Lodewijk. Nee, het gaat niet over iemand die van het stelen van boeken zijn beroep heeft gemaakt. Of over een geslepen kenner van oude boeken waar beleggers graag in investeren, die woekerwinsten weet te maken. De boekendief gaat wel over een meisje voor wie het lezen en soms stelen van een boek de enige manier is om te overleven is desastreuze omstandigheden. 

Begraafplaats

Dat begint gelijk al als ze op de begraafplaats van haar net overleden broertje een handboekje over het ‘begraafvak’ opraapt en niet teruggeeft aan de rechtmatige eigenaar. Liesel Meminger heet ze en ze wordt door haar moeder, samen met haar broertje die onderweg overlijdt, afgestaan aan pleegouders. Wereldoorlog II is dan al duidelijk in de maak. 

We volgen Liesel tijdens haar verblijf bij haar pleegouders, de norse, altoos scheldende  Rosa Hubermann en de toegewijde pleegvader annex huisschilder annex accordeonist Hans Hubermann. We zien hoe ze het op school doet, hoe ze een vast vriendje, Rudy Steiner, heeft met wie ze alles deelt. Nou ja, alles? Behalve dan de onderduik die haar pleegouders geven aan de Joodse Max.

We zien Liesel als dievegge van boeken uit de bibliotheek van de burgemeester, of beter: van diens vrouw die het oogluikend toestaat. We zien een boek gered worden uit een stromende rivier. We zien hoe Liesel haar achterstand in het lezen goedmaakt door met haar vader delen van de nacht lezende door te brengen. We zien dat Liesel het pispaaltje is van de klas tot ze laat zien waartoe ze fysiek in staat is.

Oorlog

We zien hoe ook in het Duitsland van Hitler honger wordt geleden, en niet zo’n beetje ook. 

Via Liesel en de verteller merken we hoe de oorlog steeds dichterbij komt, de bevolking van het dorp in het nazistisch gareel brengt en uiteindelijk uitbreekt. En eenmaal aan de gang moeten ook de bewoners van het dorp regelmatig de schuilkelder in, waar Liesel in opdracht van haar vader rust brengt door voor te lezen. 

Die pleegvader van haar, die Hans, is fantastisch en ook de moeder blijkt gaande het verhaal het hart op de goede plek te hebben. Maar is dat voldoende om de oorlog te overleven? Nee dus. Liesel is de enige in haar omgeving, min of meer bij toeval. En Max, die het interneringskamp doorstaat.

Meer dan …

Wanneer je, zoals in het bovenstaande, het verhaal reduceert tot een paar simpele samenvattende zinnen, dan is De boekendief een verhaal zoals zo veel andere verhalen: fictie weliswaar, maar in een realistische context, een oorlogsverhaal zoals het ook werkelijk gebeurd had kunnen zijn. 

Maar die Markus Zusak is een kunstenaar en doet meer dan dat. Zijn verteller, de dood, is niet de veroorzaker van de doden wier zielen hij meeneemt, dat zijn de mensen zelf. Hij is slechts toeschouwer, hij komt in actie als het al gebeurd is. Hij neemt waar, verwondert zich, ergert zich. En ja, hij is het ene moment drukker dan het andere. Kort na een bombardement bijvoorbeeld is het hard werken. Als waarnemer heeft hij zijn eigen manier van registreren.

Deze dood is een poëet die je vertelt dat alles een kleur heeft. Elk moment van de dag heeft een andere kleur, elke stemming heeft een kleur, elke gebeurtenis. Hij speelt ermee, met die kleuren en laat dingen bestaan op een manier die je daarvoor nooit eerder zo geformuleerd zag. 

Daardoor lees je over ellende, dreiging, geweld, pesterijen, dood, op een manier die al deze dingen niet rechtstreeks en gedetailleerd beschrijft maar in jouw verbeelding oproept. Indirect dus. 

Daardoor ga je van ze houden, van die mensen die er in de meest beroerde omstandigheden het beste van proberen te maken en de menselijke waardigheid, de humaniteit, daadwerkelijk blijven uitdragen, ook als dat levensbedreigend wordt. 

Kunst?

Is in De boekendief de oorlogsroman tot kunst verheven? Tja, zo’n vraag leidt gemakkelijk tot misverstanden. Want laat er geen onduidelijkheid over bestaan: Zusak bagatelliseert de oorlog geen moment. 

Integendeel, door de dood als verteller op te voeren, creëert hij voor zichzelf een unieke vertelruimte. Daardoor krijgt dit unieke verhaal een universele betekenis.

Markus Zusak, De boekendief. Vianen/Antwerpen: The House of Books, 2007. Ik gebruikte de derde druk uit 2008. 454 pag.

De boekendief

Eén gedachte over “De boekendief

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *