De kettinglezer

De kettinglezer

Ook al is hij inmiddels 91 jaar, de geest van Jan F. Kruse is bepaald nog niet tot rust gekomen. De voormalige techneut, ondernemer en uitvinder heeft een zoekende geest: eentje die wil begrijpen hoe dingen in elkaar zitten, hoe het komt dat we anno nu zijn waar we zijn. Dat verwacht hij ook van een goede roman.

Verklaren

‘Een roman heeft tot doel de wereld te verklaren’ – deze uitspraak uit de mond van een Senegalese auteur, jaren geleden gehoord, is hem bijgebleven. Het is zijn openingsstatement in het gesprek. ’Dat is wat een roman hoort te zijn. Niet de gevoelens van de schrijver zelf etaleren, zoals in zoveel Nederlandse romans, maar buiten zichzelf treden en de wereld in kaart brengen en begrijpelijk maken.’

Zijn hele leven heeft Kruse hard gewerkt, in allerlei landen. Hij spreekt zijn talen en las de bekende auteurs in het Engels, Frans en Duits. Toch voelde hij een altijd aanwezig gemis: een klassieke opleiding. Als HBS-B jongen genoot hij een prima scholing, daar niet van, maar van de auteurs en denkers uit de Oudheid kreeg hij niets mee. 

En toen was het opeens 2006.

Studentenopstanden

In 2006 leest hij Geografie van goed en kwaad uit 2005 van Andreas Kinneging, een stevige pil met veel verwijzingen naar de Oudheid. Het boek leert hem veel over de achtergronden van de studentenopstanden in 1968 en inspireert hem tot doorlezen. 

Via Kinneging komt hij Allan Bloom op het spoor, auteur van The Closing of the American Mind uit 1987 – een boek dat aansluit bij zijn eigen waarneming: het belang van kennis van de klassieke literatuur. ‘Kinneging noemt Bloom verschillende keren. Kennelijk is hij belangrijk.’ Via Bloom en Kinneging komt Kruse terecht bij denkers als de Schotse filosoof Alasdair MacIntyre, de Canadese denker Charles Taylor, en Thomas Hobbes, auteur van Leviathan.

Ontdekking individu

En opnieuw gaat Kruse de verdieping in als hij Inventing the Individual. The Origins of western Liberalism leest van politiek filosoof Larry Siedentop. In dit boek, dat geheel gewijd is aan Europa, gaat het over de ontdekking van het individu, een ontdekking die volgens Siedentop al begint bij de apostel Paulus die hamert op de morele gelijkheid van meester en slaaf. Die gedachte nestelt zich in het Europese gedachtegoed en belandt via de Middeleeuwen (Augustinus) in de Renaissance en Moderne tijd. 

Kruse leest in dezelfde tijd het boek van David Wootton, Power, Pleasure and Profit ,onder meer over de zestiende eeuwse Florentijnse schrijver Machiavelli – over wat hij wel deed maar niet over mocht schrijven. 

Het is precies zijn ontdekking van dit hoofdstuk in de Westeuropese Ideeëngeschiedenis waarover Kruse verslag doet in zijn boek Hoe onze wereld bedacht werd uit 2016.

Ketting

Lezing van het ene boek lokt lezing van het volgende uit. Kruse rijgt de boeken aan elkaar als een ketting. Zo haalt hij alsnog binnen wat hij toen hij naar school ging niet meekreeg. Hij leert ook dat het hem niet om de details gaat maar om de grote lijnen. ‘Het is fijn als je de namen kunt plaatsen en de belangrijkste periodes kent. Een globaal beeld is voldoende om dingen te kunnen plaatsen.’

Kruse is al van jongs af geïntrigeerd door de Europese gedachte. Hij verkeert zelfs in de directe omgeving als de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer en de Franse  minister van buitenlandse zaken Robert Schuman elkaar ontmoeten in Caux. Hij leest veel over deze periode.

Oekraïne

Ook leest Kruse al langer allerlei verklarende boeken over wat nu de oorlog in Oekraïne is. Over Russische literatuur (Vladimir Zjabotinski, Afscheid van Odessa),  en ontmoetingen met Oost-Europese schrijvers (Piet de Moor, Hotel Europa. Beeld van een gespannen wereld). ‘Als je zo’n ontmoeting gelezen hebt, dan heb je het gevoel dat je de auteur echt kent.’ 

Ook maakt The road to unfreedom van de Amerikaanse schrijver Timothy Snyder (vertaald als De weg naar onvrijheid) veel indruk op hem. ‘Snyder doet de geschiedenis van Oekraïne heel goed uit de doeken. Als het Sovjetimperium ten einde komt schetst Snyder een nieuw scenario: het creëren van een mythische figuur, het verspreiden van nepinformatie en het systematisch op andere gedachten brengen van het volk. Je ziet het nu bij Poetin allemaal gebeuren.’

Fouten

En weer komen er andere titels voorbij. Van Bas van Bavel bijvoorbeeld De onzichtbare hand. ‘Dit boek is veel belangrijker dan het veelgeprezen werk van Thomas Piketty. Het behandelt de historische oorsprong van inkomens- en vermogensverschillen. Hoe de markt werkt hebben we nooit begrepen. Bavel schetst twee fenomenen die elkaar tegenwerken. Als gestapelde rijkdom niet wordt ingezet voor nieuwe investeringen, dan komt er een einde aan economische bloei. Dat was het geval in het oude Mesopotamië, in Noord-Italië rond 1400 en in de Nederlanden vanaf 1500. Accumulatie van vermogen levert geen inkomen op en dan gaat het fout. We zien dit nu opnieuw.’

Goed en kwaad

Al dit lezen in historische en eigentijdse werken met weidse visies is voor Kruse geen waardevrij gebeuren. Hij is steeds op zoek naar momenten en gebeurtenissen in de geschiedenis waarop vragen van goed en kwaad aan de orde zijn. 

Het verwondert dan ook niet als hij bij het weggaan een passage meegeeft uit John Steinbeck’s East of Eden waarin de centrale levensvraag wordt aangeduid: ‘was het goed of was het kwaad? Heb ik het goed gedaan – of verkeerd?’

De kettinglezer

Eén gedachte over “De kettinglezer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *