De Italiaanse prinses
Prinses Marianne – ik kende haar alleen van naam en wel door de vernoeming ernaar van de bekende laan in Voorburg. Van haar leven wist ik niets, laat staan dat ze in Voorburg heeft gewoond, nota bene aan de laan waar ik 25 jaar gewerkt heb. Door het onlangs verschenen De Italiaanse prinses van Willemijn van Dijk kreeg ik meer zicht op haar bestaan en, meer dan dat, op de omgangsvormen die het leven van de Oranjes bepaalden. En die totaal niet spoorden met de manier waarop Prinses Marianne haar leven wilde leven.
Wie is zij?
Prinses Marianne (1810-1883) is de dochter van Koning Willem I, die in 1813 na een ballingschap met open armen wordt ontvangen om de eerste vorst van ons koninkrijk te worden. Het is genoegzaam bekend dat zijn rol in de Belgische opstand en zijn persoonlijke verzet tegen het opgeven van de eenheid heeft geleid tot zijn aftreden. Ook het gegeven dat hij vervolgens kiest voor een Belgische liefde heeft zijn reputatie geen goed gedaan. Maar Marianne is close met hem. En dat is ze niet met haar broer Guillot die zijn vader zal opvolgen als Koning Willem II, maar weer wel, lang tenminste, met haar andere broer, Fritz/Frederik.
Marianne trouwt met een volle neef, de Pruisische prins Albert (Albrecht). Samen krijgen ze vijf kinderen, waarvan twee dochters en een zoon de kinderjaren overleven. Een van de dochters zal wel tegelijk met haar baby in het kraambed overlijden.
In cognito
De verhouding van Marianne en Albert is bepaald slecht. Daar komt nog eens bij dat er binnen zowel de Nederlandse als de Pruisische hofmores geen enkele ruimte is voor wat we nu persoonlijke ontwikkeling noemen. Leden van de familie zijn met handen en voeten gebonden aan vaste rituelen, aan het bijwonen van allerlei partijen en theekransen en doen weinig anders dan praten over elkaar. Daar komt bij dat Marianne buitengewoon levendig en ondernemend is en zich op deze manier niet wil laten opsluiten, zeer tot ongenoegen van haar echtgenoot en familie. Het is voor haar niet uit te houden. Teneinde raad neemt ze in 1843 in cognito de benen en vertrekt ze naar Italië. Het is de start van een veelvuldig reizen, van verplaatsingen naar Nederland (Voorburg), naar Silezië waar ze bezittingen heeft, weer naar Italië, naar het Heilige Land en later naar Duitsland. Er wordt wat afgereisd.
Haar status als lid van koninklijke families wordt er niet beter op als ze een verhouding begint met een van haar bedienden van wie ze een kind krijgt. Zijzelf is dan inmiddels gescheiden maar haar geliefde, Johannes van Rossum, is en blijft zijn hele leven gehuwd (mede veroorzaakt door de door de koning betaalde weigering van zijn vrouw om te scheiden). Ze krijgen een zoon, Mariannes grote lieveling Johannes Willem, die helaas op twaalfjarige leeftijd sterft.
Afijn, dit is nog lang niet alles wat er in het leven van Marianne gebeurt. Het is een roerig bestaan vol strijd om een eigen leven en van geweigerde acceptatie in de kringen waaruit de voortkomt, uiteindelijk ook van haar broer Fritz.
Roman, geen biografie
Van Dijk is er duidelijk over dat ze een roman heeft geschreven en geen biografie. Dit bood haar de ruimte om zich meer in te beelden in de binnenwereld van de prinses en van de mensen die haar omringden. Ook kon ze de vrijheid nemen om de tijdslijnen niet al te scherp te hanteren en om te spelen met de rol van verschillende gebeurtenissen in haar leven.
De Italiaanse prinses is een geromantiseerde vertelling die veel toont van Marianne maar ook vragen oproept die in de roman niet maar in een biografie wellicht wel beantwoord zouden worden.
Een die mij echt bezighoudt en waarvan ik niet goed begrijp waarom die zo weinig aandacht krijgt is de volgende. Het ‘gemak’ waarmee Marianne haar drie jonge kinderen verlaat en de spaarzame latere contactmomenten van deze kinderen met hun moeder waarvan Van Dijk melding maakt, staan in schril contrast tot de geschilderde intensiteit van Mariannes relatie met haar zoon Johannes Willem, aangeduid als bastaardzoon. In deze roman komen de drie er maar bekaaid af. Van een dochter is duidelijk dat ze daarom weinig met haar moeder heeft, de relatie met de zoon lijkt op latere leeftijd enigszins te herstellen. Me dunkt, het lijkt me wederzijds een grote prijs voor vrijheid, maar Van Dijk heeft het er nauwelijks over.
Data
Het boek maakte me nieuwsgierig naar het werkelijke leven van Marianne, naar meer biografische details. Het zijn precies de details waar ik tijdens het lezen soms behoefte aan had. Van Dijk besteedt veel ruimte aan sfeertekening, zoals van de jaren dat Marianne en Johannes hun huis in Italië open stelden voor allerlei kunstenaars terwijl ik soms behoefte had aan ‘data’. Ook het hele politieke klimaat in een natie die zich een nieuwe identiteit zoekt na de Franse tijd (denk ook aan de eerste grondwet van 1848) blijft grotendeels buiten beeld; hier en daar lees je alleen over vrees aan de hoven voor democratie.
Wat rondstruinend op internet trof ik een prachtige uitgave aan van Historische Vereniging Voorburg met veel informatie en foto’s over haar verblijf aldaar, over haar contacten, en gezinsleden. Er wordt ook ruim aandacht geschonken aan de pelgrimage naar Palestina en de schatten die ds. G.H. van Senden daar vergaart. Deze publicatie van Kees van der Leer en Marieke Spliethoff is ook door Willemijn van Dijk geraadpleegd bij de voorbereiding van deze roman.
Binnenkort maar weer eens richting Voorburg voor een bezoekje aan het stadsmuseum. Daar is meer over deze bijzondere prinses te vinden.
Willemijn van Dijk, De Italiaanse prinses. Het rusteloze leven van Marianne van Oranje-Nassau. Amsterdam: Ambo/Anthos 2021, 295 pag. Het boek is te koop of te bestellen bij uw lokale boekhandel en bij managementboek.nl.
Beluister (en bekijk) ook het gesprek met van Dijk op NPO1.