Wat leest een stadionspringer?
Hij wordt wel de Groundhopper des Vaderlands genoemd. Stadionspringer. Hans Douw is landelijk bekend geworden door zijn boek Voetballiefde zonder grenzen, waarin hij de hele wereld afreist op zoek naar voetbalstadions en de mensen die daar werken. Is Douw ook een lezer? Het moet haast wel. Maar ja, wat voor een?
Wat voor lezer is Hans Douw?
Nou, ik lees heel veel, vooral kleine dingen. Geen dikke pillen dus. Ik ben minder van de romans. Geef mij maar boeken die een ordening aanbrengen, een structuur. Bijvoorbeeld een boek over de historie van een club, een jaarboek, een overzicht van het voetbal in een bepaald land of van een competitiestructuur. Ik hou van kaders en van duiding. Boeken die de wereld uitleggen, het waarom van nieuwe regels, dingen duiden.
Nee, van fictie ben ik niet zo. Literatuur, proza dat de verbeelding in werking zet, die een verzonnen wereld schetst, ik heb er niet veel mee. Het gekke is dat ik er in mijn hoofd wel rekening me houd dat dit nog gaat komen. Als mijn leven meer tot rust komt. Mijn vader las tot zijn 60ste verjaardag ook niets, maar heeft daarna tot zijn 90-ste duizenden boeken gelezen. Het komt bij mij vast ook nog en ik gun dat mezelf, ik verlang er zelfs een beetje naar. Boeken die de verbeelding tarten, Hermans, Mulisch, noem maar op, de hele Nederlands literatuur. Ik ga een inhaalslag maken. Voorlopig blijft het vooral voetbal. Daar lees ik alles over: boeken, kranten, tijdschriften, social media. Er is een permanente stroom aan informatie.

Poort naar de wereld
Voetbal is voor mij de taal om de wereld te ontdekken: de geschiedenis van een bepaald land, de politiek, het eten, de mensen. Vroeger was voetbal een elitesport. Nu is voetbal van iedereen, van hooligans tot oligarchen. En ondanks alle verschillen zie je overal in de wereld hetzelfde: eer, clubliefde, clubtrouw, passie, loyaliteit.
Ik ben net terug van een week door een aantal Balkanlanden, sprak een paar honderd mensen: spelers, beveiligers, bestuurders, politici. Ik bezocht drie voetbalwedstrijden, o.a. in Sarajevo. Ja, dan ga ik ook naar de massagraven van moslims, en de brug waar de aanslag op Frans Ferdinand werd gepleegd, het startpunt van de Eerste Wereldoorlog.
Ik was ook in Pristina in Kosovo. Vijftien jaar geleden was dat nog een dorp met een amateurclub, nu staat er een groot stadion en heeft de stad kosmopolitische trekken gekregen. Kijk naar het verhaal van de club, dat illustreert wat daar is gebeurd. Eerst komen de bedrijven, dan de mensen, daarna vindt pas aanpassing plaats van de infrastructuur. Nu sta je uren in de file. Het leert me veel over stedelijke ontwikkeling.
Voetbal is een geweldige poort naar de wereld. Je ziet andere dingen dan wanneer je met een groepsreis meegaat en alle bekende dingen voorgeschoteld krijgt. Veel voetbalclubs liggen weg van de snelweg, in achterbuurten van grote steden. Je komt er anders niet zo snel.
Terug naar het boek. Wat maakt een sportboek tot een goed boek?
Voor mij moet een boek over een speler, een club, een toernooi geaard zijn, dat wil zeggen gelinkt aan de omgeving. Ik wil een tijdsbeeld lezen, sociale context, de politieke situatie, een breedtebeeld dus. In een Jaarboek van Real Madrid wil ik ook iets lezen over de vercommercialisering van het Spaanse voetbal, de schuldenproblematiek van veel clubs, over de spanning tussen de Madrileense clubs die zo elk een eigen achterban hebben. Hetzelfde als het om het Schotse voetbal gaat, denk aan de sociologische verschillen tussen Celtic FC en Rangers FC.

Een voorbeeld van een goed sportboek? Ik denk onmiddellijk aan Boem, het levensverhaal van Johan en Danny Cruijff, verteld aan Jaap ter Haar. Dat boek schetst een mooi beeld van de jeugd van Johan, tot in de details: de route naar school, het broodje van de bakker, het dagelijkse leven.
En populaire boeken als Kieft en Gijp?
Die noem ik éénhapscrackers, gericht op sensatie, op scoringsdrift, op wat de mensen willen lezen in plaats van wat er is gebeurd, op wat er echt toe doet.
Het beste sportblad van Nederland is toch echt Helden. Vroeger was dat Sportweek. Helden bevat goede verhalen over wat sporters echt hebben meegemaakt. Daar gaat het om.
Een uitgebreid interview over zijn boek is onder meer te vinden in Trouw.