Lezen om te leren
Via Zoom praat ik met Marian Timmermans, een van de twee auteurs van het onlangs verschenen boek Weetnietkunde. Marian is oorspronkelijk opgeleid als historica met als specialisatie Middeleeuwen. Ze is al jaren actief als coach, procesbegeleider en T(ransactionele) A(nalyse)-opleider in binnen- en buitenland. Nee, dit wordt geen gesprek over het nieuwe boek, wel over haar leesgedrag.
Heeft je opleiding als historica je leesgedrag beïnvloed?
O, zeker! Ik ben erg geïnteresseerd in wat er tussen de regels gebeurt. Zo bestudeerde ik Middeleeuwse heiligenlevens. Ik ging op zoek naar wat maakte dat deze verder niet zo bijzondere verhalen werden geloofd. Daar moest iets van herkenning onder liggen.
Eenzelfde ervaring had ik onlangs. Mijn man en ik lazen hetzelfde boek. Een personage pleegt aan het eind van het boek zelfmoord. Voor mijn man kwam dat als een verrassing, zelf vermoedde ik al heel lang dat het die kant op zou gaan.
Deze manier van lezen is vermoeiend en geinig tegelijk.
In mijn studie leerde ik grote hoeveelheden informatie te verwerken en vervolgens verbanden te leggen. Connecties tussen gegevens. Daardoor ga je anders naar gebeurtenissen kijken. Ik merkte dat toen ‘9/11’ plaatsvond. We waren met z’n vieren. Twee historica’s en twee anders opgeleiden. De historica’s zeiden: ‘dit is groot, dit gaat de wereld veranderen.’ De andere twee spraken vooral van ‘een naar incident.’
Blijft de vraag: ben ik geschiedenis gaan studeren omdat ik naar onderliggende verbanden op zoek ben of heeft de studie me geleerd om daar naar op zoek te gaan?
Wat lees je met het oog op je beroep?
Dat is vooral ‘TA-gerelateerd spul’, boeken hierover en het internationale TA-tijdschrift (1). Verder houd ik van documentaire-achtige boeken, boeken die je inzicht geven in wat er in de maatschappij gebeurt. Ook boeken over psychologie vind ik interessant. Ik wil iets kunnen leren anders verveel ik me.
Met zo maar een verhaal heb ik weinig. Voor de leeskring heb ik De weekendmiljonair van Abdelkader Benali en Malva van Hagar Peeters doorgeworsteld. Ik had er gewoon geen klik mee al was het gesprek erover zeker niet oppervlakkig. Ik denk dat ik misschien wel heel kritisch ben. Ik stel hoge eisen aan mezelf en aan anderen.
Zijn er boeken die je hebben veranderd?
Dan kom ik weer bij de TA uit, de theorie over hoe communicatie werkt. Het Handboek Transactionele Analyse dat ik indertijd las was een eyeopener voor me. Het gaf antwoorden op vragen die ik al heel lang had en erkenning van dingen die ik altijd al raar vond. Het bevestigde dat ik dingen goed had aangevoeld.
Ander voorbeeld. Ik zat een tijdje niet lekker in een baan. Ik ben toen De boeken der kleine zielen van Louis Couperus gaan lezen. Dat was zo’n troostrijke ervaring! We doen allemaal ons best, meer kun je niet doen. Opnieuw die erkenning van mijn gevoelens waardoor ik steun ervoer die er op mijn werk niet was.
En nog een: Zout op mijn huid van Benoïte Groult. Dit boek was in de tachtiger jaren heel populair, een echte bestseller over een vrijgevochten vrouw. Hoe kijk je daar aan generatie verder op terug? Daar ben ik wel benieuwd naar.
En deze: De logica van het gevoel van Arnold Cornelis. Er ging een wereld voor me open. Cornelis onderscheidt verschillende systemen die elkaar in de tijd opvolgen: het natuurlijke systeem, het sociale regelsysteem en de periode van de communicatieve zelfsturing. Dat klinkt ingewikkeld maar ik kon wat hij schrijft gewoon herkennen in allerlei dagelijkse situaties.
Een laatste die niet vergeten mag worden: Nietzsches tranen van Irvin D. Yalom. Het paste helemaal bij het tijdstip en de plek waar ik het kocht. Het had alles wat ik op dat moment wilde, lezend op een terras onmiddellijk na de aankoop in een tweedehands-boekenstal: een plezante vorm van gekte en obsessies, het rafelrandje van de menselijke geest, het zoeken naar het uiteindelijk contact (vandaar die tranen) en hoe moeilijk dat alles is.
Lees je veel?
Ik ben niet zo belezen. We denken van anderen altijd dat ze veel meer lezen. Maar dat denken die anderen weer van jou.
Lezen moet ergens over gaan. Via de leeskring hoop ik meer oog te krijgen voor wat móói is.
Noot
(1) TA is een sociale psychologie ontwikkeld door Eric Berne, MD (overleden 1970). Bernes theorie bestaat uit een aantal kernconcepten die TA professionals gebruiken om cliënten, studenten en systemen te helpen verandering te brengen in patronen van interactie die het bereiken van (levens)doelen in de weg staan. De afgelopen 40 jaar wordt de theorie toegepast in counseling, onderwijs, organisatieontwikkeling en psychotherapie. Wetenschappelijke studies hebben de effectiviteit van TA in verschillende contexten aangetoond.