Wie niet horen wil
En weer verscheen er een thriller van Nicci French. Het houdt niet op. Wie niet horen wil is de titel. Mijn moeder zou die herkennen en aanvullen met ‘die moet maar voelen’. Nou, aan gevoelens geen gebrek bij hoofdpersoon Tess, moeder van de driejarige Poppie.
Tja
Laat ik eerlijk zijn, op pagina 30 was ik al helemaal klaar met het hysterische gedrag van Tess. Poppie is in het weekendje bij haar vader Jason geweest en komt terug met schuttingtaal, bedplassen en een opvallende tekening. In no time zit Tess met Poppie bij de kinderpsycholoog en bij de politie zonder ook maar op het idee te komen de vader eens te vragen of er wat gebeurd is. Tja.
Okay, ik lees door omdat het een van de gekozen boeken voor de leesclub Boek&Pizza is. Ik geloof dat ik het zelfs zelf heb voorgesteld.
Zelden las ik een roman over zo’n neurotische persoonlijkheid als dit verhaal over Tess. De lokale politie wordt werkelijk gek van haar evenals allerlei personen in haar omgeving. Nicci French weet dit knap te doseren en op te bouwen zodat een politiefunctionaris op een gegeven moment een lijstje geeft van alle momenten dat Tess een tot dan twijfelachtig beroep op hen heeft gedaan.
Stijl
Het verhaal zit vol clichés en stereotypen, zoals de stoere ex die geen tegenspraak duldt en graag op de versiertoer gaat, de solidaire Charlie, de empathisch overkomende nieuwe vlam, Aiden, en zo nog meer.
Wat me elke keer opvalt bij het lezen van een boek van Nicci French is dat er zo veel overbodigheid in zit, zoveel info die nergens toe dient, bladvulling, herhaling, volschrijven, leuteren. Ja, dat is het woord, leuteren.
Aan het slot wordt een flinke wissel getrokken op de geloofwaardigheid en de bereidheid van de lezer om mee te gaan in een onwaarschijnlijk scenario.
Het boek wordt een ‘literaire thriller’ genoemd. Door de uitgever welteverstaan. Als lezer heb ik een andere beleving. Het boek is spannend noch sprankelend.
Dat was het weer. Meer van hetzelfde.
Nicci French, Wie niet horen wil. Amsterdam: Abo/Anthos 2021, 331 pagina’s.