Meisje A
Het zal een jaar of 55 geleden zijn dat ik een lezing bijwoonde van Harry Mulisch. Wat mij hiervan is bijgebleven (behalve dan dat ik hem in een sportauto weer zag wegrijden) zijn twee, voor mij toen nieuwe dingen. Het eerste is zijn later, door hem vaak herhaalde statement dat het verhaal zichzelf schrijft. De schrijver is de eerste lezer. Het tweede kwam eveneens later vaak voorbij: de realiteit is in de regel meer bizar dan de verbeelding voor mogelijk houdt. Met andere woorden: de krant is vaak heftige dan een fictief verhaal.
Heftige realiteit
Het eerste laat ik hier voor wat het is. Het is een spannende gedachte die ik herkende toen ik vroeger verhaaltjes verzon voor onze kinderen. Ik zal hier eens apart een blog over schrijven, mede naar aanleiding van een citaat van J.M. Coetzee in zijn roman Elizabeth Costello. Het gaat me hier dus om het tweede, de realiteit is vaak heftiger dan de verbeelding voor mogelijk houdt. Ik moest aan deze gedachte denken bij het lezen van Meisje A, de roman van Abigail Dean, onlangs in vertaling verschenen bij Harper Collins Holland.
Gezin de dupe
In deze roman wordt een heel gezin de dupe van de waanideeën van de vader. Die vader ziet zichzelf (hoe kan het anders) als een begenadigd prediker, maar zijn eigen kerkje wordt een fiasco. Alles wat hij onderneemt (een computerwinkel beginnen, een kerk stichten, een baan als onderhoudsmonteur, …) het eindigt in een mislukking. En terwijl hij van de ene op de andere wolk springt, verwaarloost hij zijn gezin. Zijn kinderen zijn er steeds ernstiger aan toe. Eerst gaan ze in lompen en ongewassen naar school, later krijgen ze thuisonderwijs (of wat daar voor door mag gaan), krijgen ze nauwelijks nog te eten, en weer later worden ze vastgeketend aan hun bed zodat ze niet kunnen ontsnappen. Er is een meisje dat het wel lukt, de dan vijftienjarige Alexandra. Zij is in staat hulp in te roepen en de boel open te breken. In de kranten krijgen de kinderen allemaal een letter zoals in de officiële dossiers. Alexandra (‘Lex’) krijgt de eerste letter van het alfabet, ‘Meisje A’ dus.
Trauma’s
Meisje A is inmiddels een volwassen vrouw en een geslaagd juriste, werkzaam bij een gerenommeerd kantoor dat bedrijfsovernames doet. De vader van de kinderen pleegde zelfmoord toen de boel werd ‘opgerold’. De moeder verdween in de gevangenis en overlijdt daar. Meisje A wordt gevraagd op te treden als executeur testamentair. In die rol moet zij zich verstaan met haar broers en zussen teneinde overeenstemming te bereiken over de bestemming van de erfenis. Het is langs deze weg dat we vernemen hoe het met de andere kinderen uit het gezin is afgelopen. Of beter: hoe ze zijn omgegaan met het trauma waarmee ze na hun gevangenschap de wereld in werden gezet.
Tragiek
Het is een fictief maar niettemin schrijnend verhaal met aan aantal wendingen die de tragiek nog verder vergroten. Op de omslag wordt The Bookseller geciteerd: ‘Grijpt je vanaf de eerste pagina bij de keel’. Zulk soort verkooppraat vind ik altijd nogal overdreven en populair, maar het neemt niet weg dat het een meer dan tragisch verhaal is.
Terug naar Mulisch. Je raadt het natuurlijk al: ik moest denken aan de situatie in Ruinerwold waar een vader ook jarenlang het gezin in gijzeling nam om zij waan-ideeën te realiseren. Nu ga ik dit levensechte gezin uit Ruinerwold niet vergelijken met het fictieve gezin uit Meisje A om te zien welk verhaal triester is. Dat heeft geen zin.
Wat ik wel wil zeggen is dat als ik niet had gehoord over het gezin in Ruinerwold, ik het verhaal over Meisje A misschien teveel van het goede zou hebben gevonden, zoals ik ook Een klein leven van Hanya Yanagihara teveel van het goede vond. Maar die kans is nu niet langer aan de orde. De realiteit wint het hier weer van de verbeelding.
Abigail Dean, Meisje A. Harper Collins Holland 2021, 270 pagina’s.