Het hoogste woord
Op tafel ligt een dikke pil. Het is een trilogie van de IJslandse auteur Jón Kalman Stefánsson. Ze lezen het eerste deel, Hemel en hel, voor de eerstvolgende bijeenkomst van Leesgenootschap Het hoogste woord. Jan Maas en Corrie Kreuk waren vanaf het begin van de partij en dat is nu al zo’n 11, 12 jaar. Wat verklaart het succes van dit leesgezelschap?
Is het de set met afspraken over de organisatie? Is het het type boeken dat ze bespreken? Is het de samenstelling? Zijn het de ‘uitjes’ die lijken op excursies? Zit het geheim misschien verscholen in de naam? We ontmoetten en spreken elkaar op een camping in Santaella, in de omgeving van Cordoba, Spanje.
Wat symboliseert ‘Het hoogste woord’?
De keuze van deze naam verliep spontaan, vertellen Jan en Corrie. Je leest met elkaar een boek en je spreekt erover. Je denkt dan aan een diaoog maar met regelmaat verandert het gesprek in een pittige discussie waarbij het verwijt dat je ‘er niets van begrepen hebt’ over de tafel kan vliegen. Bij tijd en wijle voert elke deelnemer wel eens het hoogste woord.
Ze zijn met z’n achten, drie vrouwen en vijf mannen, vier stellen, in de leeftijd van bijna 60 tot 80 jaar. Sinds 2010 is de samenstelling ongewijzigd gebleven. Ze komen zes à acht keer per jaar bij elkaar.
Hoe verloopt zo’n bijeenkomst?
Corrie is de planner van de club. Zij houdt het schema bij van de rolbezetting die per keer anders is. Er zijn drie functies: de inbrenger van het boek, de voorzitter van de bijeenkomst en de gastheer/-vrouw van de bijeenkomst.
De bijeenkomsten vinden steevast plaats op zondagmiddag en beginnen om 15.00 uur met even bijpraten. Om 15.15 geeft de voorzitter het woord aan de inbrenger die de keuze voor het boek motiveert, er wat over vertelt, achtergronden schetst, iets voorleest. Die inbreng mag tot 45’ duren. Daarna krijgen alle andere deelnemers (zeven dus) elk maximaal 15’ de tijd om de eigen leeservaringen in te brengen. In principe moet dit ononderbroken verlopen maar dat lukt dus lang niet altijd. Daarna gaat de wijnfles open, het aperitief voor het eten dat rond 19.00 begint en de verantwoordelijkheid van de gastheer/-vrouw is. Het mooiste is een maaltijd die ook in het besproken boek wordt genoemd. Rond 21.00 gaat iedereen weer huiswaarts.
Wat hebben jullie zoal gelezen?
Moeiteloos sommen ze allerlei bekende titels op: De gang naar Canossa van Tom Holland, De zaak 40/61 van Harry Mulisch, De grote transformatie van Karen Armstrong, Dood op krediet van Celine, De gebroeders Karamasov van Dostojevski, Nooit meer slapen van W.F. Hermans, Candide van Voltaire, Divina Comedia van Dante, De toverberg van Thomas Mann, Het verstoorde leven van Etty Hillesum, het zijn niet de minste werken. Een van de leden heeft een aparte plank voor de besproken boeken waar ze op rij van behandeling op staan.
Excursies
Als we over de uitjes komen te spreken dan klinken er nog een reeks andere titels. Want dat is wat ze regelmatig doen: met zijn achten op pad, een boek achterna (Pier en oceaan van Oek de Jong, in Vlissingen, De klokkenluider van de Notre Dame van Victor Hugo in Parijs) , een auteur op locatie bezoeken (Solo ten oorlog van Tom Lanoye) , de opvoering van een toneelstuk in de oorspronkelijke setting bijwonen (Shakespeare in Londen en Peer Gynt van Ibsen in Oslo), Etty Hillesum in Amsterdam, Deventer en Westerbork).
Het is nogal wat, wat jullie doen. Wat maakt het zo leuk om er mee door te gaan?
Jan: ‘het is leuk om andere mensen te ontmoeten, om minder vrijblijvende gesprekken met elkaar te voeren, gesprekken die ergens over gaan. Ieder neemt zijn eigen achtergrond mee (welzijnswerk, onderwijs, bedrijfsleven, verpleging, projectmanagement, …) en dat merk je aan wat iemand oppikt tijdens het lezen en inbrengt. Het samen lezen dwingt je ook om zelf goed te lezen. Het daagt uit om iets zinnigs in te brengen. Ik lees tevoren geen recensies, ik wil het boek helemaal vanuit mezelf lezen… met het risico dat je volgens een ander de plank misslaat.’
Corrie wijst op de band die is ontstaan. ‘Je leeft met elkaar mee. We zijn heel verschillend en we hebben dus ook heel verschillende ideeën bij een boek. Dat is heel leerzaam. Soms zou je een boek niet zelf kiezen maar achteraf blijkt toch dat je er iets uit opgepikt hebt. Bovendien, sommige boeken zou je nooit in je eentje lezen, en nu dus wel.’
Hebben jullie tips voor anderen?
Dat is niet moeilijk:
- Met paren bevalt goed en heeft als voordeel dat je alles met elkaar deelt en geen gedoe hebt over uitstapjes (met of zonder partner?)
- Een beetje structuur is wel zo handig en biedt houvast bij de organisatie van volgende bijeenkomsten.
- Oriënteer je hoe anderen het doen en kies wat bij je past.
- Er bestaan leeswijzers maar daar moet je bewust voor kiezen. ‘Wij gebruiken ze niet. We gaan uit van de vraag: wat doet het boek met jou?’
En de belangrijkste tip die ze meegeven: als je nog geen lid bent van een leesgezelschap: meld je ergens bij aan. Het voegt zoveel toe!