Henkerigheid
‘Ik lees veel. (…) Mijn boeken (…) staan vol met aantekeningen, een schaduwtekst van haken, streepjes, uitroeptekens en andere symbolen die ik op de bladzijden achterlaat als ik word geraakt door de schoonheid van een zin, een nieuw inzicht of een onbedaarlijk goede grap. Samen vormen die sporen een verslag van wie ik in mijn jaren ben geweest. Het is in beginsel mogelijk, denk ik soms, om met die schaduwtekst als bron de geschiedenis van mijn identiteit gedetailleerd in kaart te brengen. Al dat gekrabbel telt op tot een verhaal. Ik. Henk. Ik heb lang gedacht dat mijn identiteit uitvloeide in de boeken die ik las, ongeveer zoals inkt in water, maar tegenwoordig denk ik dat mijn boeken mij juist duidelijke lijnen geven. Ze vormen een drukverband dat het leegbloeden van mijn geheugen tegengaat, een exoskelet dat het verval van mijn lichaam compenseert. Ze geven mij vorm en substantie. Ze geven mij Henkerigheid.’
Een wat langer citaat dan gebruikelijk in deze serie, maar wel met reden. Het citaat is afkomstig uit Uit het leven van een hond van Sander Kollaard. De hoofdpersoon in dit boek heet Henk en de lezer leeft een dag met Henk en zijn hond mee. Het is een prachtig verhaal, aandoenlijk ook.
In het citaat spreekt Henk over zichzelf. Henk heeft in de loop van zijn leven veel boeken verzameld en gelezen. Zijn verzameling vormde voor hem zijn identiteit. Er kwam steeds meer bij, de verzameling werd steeds diverser, breder. Je kon er in teruglezen waar zijn interesses in de loop van de jaren hebben gelegen. Wie je bent, of beter: wie je bent geworden, toont zich in het totaal van de voorraad. Zo keek Henk naar die boekenkast: de boekenkast als het toonbeeld van de ontwikkeling die hij gaande de jaren heeft doorgemaakt.
Tot er een omslagpunt komt.
Henk gaat anders naar de boeken te kijken. Hij leest de aantekeningen die hij maakte, hij ziet de krabbels, de strepen, misschien wel de kruimels tussen de pagina’s. En er vindt werkelijk een omslag plaats. Henk drukt zich niet meer uit in zijn boekenkast. De richting is nu omgekeerd, niet van Henk naar de kast maar van de kast naar Henk. Niet Henk stut de kast, de kast stut Henk.
Dat woord ‘drukverband’ is fantastisch gekozen. De boekenvoorraad wordt een tegendruk tegen het lichamelijk verval en het verlies van het geheugen. De boeken houden hem overeind. Ze geven hem ‘Henkerigheid’.
Opnieuw een woord dat allerlei associaties oproept. ‘Henkerigheid’ als ‘minder Henk maar nog wel Henk’, ‘gelijkend op Henk’, als een gesubstantiveerde eigenschap (‘Henkerig’, behorend tot ‘Henk’).
Tot ook daar een eind aan komt. Eens. En er niets meer over is.
Een sombere gedachte? Kollaard heeft de lezer vanaf het begin gewaarschuwd. Het motto van het boek is immers ontleend aan Genesis 3: 19:
‘Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’