Elizabeth Costello
Een boek kan je in een andere wereld brengen of in een andere tijd. Neem De tuinen van Buitenzorg van Jan Brokken die je meevoert naar het Nederlands Indie in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog. Of neem Shuggie Bain dat je meeneemt naar Glasgow in de tijd dat de regering Thatcher diep ingrijpt in de economie. Maar een boek kan je ook meenemen naar een intellectuele hoogte – een hoogte die je in de regel niet aantreft als je de hele dag op Twitter, LinkedIn of Facebook zit. Die ervaring had ik bij het lezen van Elizabeth Costello van de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee.
Ik kende Coetzee van naam en van recensies van zijn werk, maar had nog nooit iets van hem gelezen. Helemaal verkeerd natuurlijk, zeker voor een auteur die de Nobelprijs voor de literatuur ontving (in 2003). Kort geleden kwam ik het boek Elizabeth Costello tegen in een kringloopwinkel. Een goede aanleiding om eens iets van hem te lezen.
Schuren
Elizabeth Costello is Australische, schrijfster van een aantal bekende romans, en op zekere leeftijd. Ze is 66 jaar en begint dat, zo lezen we regelmatig, te merken aan haar conditie. Niettemin gaat ze regelmatig naar het buitenland om lezingen te houden of te spreken. Het boek is grotendeels opgebouwd uit een aantal van die lezingen die tegelijk confrontaties blijken zijn met …, ja met wat precies? Met het verleden en wat daar aan herinnering van over is? Aan veranderende tijden en de vraag hoe jij je in je persoonlijke veranderingen toe verhoudt? Je merkt dat er fricties zijn ontstaan tussen haar opvattingen en wat men min of meer van haar verwacht. Ze merkt het aan het bescheiden applaus na afloop en heeft er last van.

Dit schuren aan de verstreken tijd, dit niet steeds meer in rapport zijn met de tijdgeest uit zich niet in kleine dingen. Integendeel, het gaat over grote thema’s zoals ‘bestaat de Afrikaanse roman?’ Of is dat een fictie die uitgebeend wordt door een auteur die de kost verdient in het lezingencircuit maar zelf al lang niets meer heeft geschreven? Kunnen we het Griekse denken over schoonheid verbinden met het christelijke denken over compromisloze overgave? Met andere woorden, is er een rol weggelegd voor de humaniora in het zich ontwikkelende Afrika of is het antagonisme tussen beiden te diepliggend daarvoor? En nog een ander thema: verandert een auteur door het schrijven over de gruwelen van de holocaust of over andere wreedheden onder het Hitler-regime?
Poort
Verrassend vond ik het zesde hoofdstuk, ‘Aan de poort’, waarin Costello verplicht wordt en geloofsbelijdenis te schrijven als ‘paspoort’ om toegang te krijgen tot wat achter die poort te vinden is en waarvan niet meer duidelijk is dan dat het er licht is. Er is een poortwachter die de verzoeken doorgeleid naar rechters die een uitsprak moeten doen over de kwaliteit van de belijdenis, maar hoe lang dat duurt en welke criteria er worden toegepast, is een raadsel. Het lijkt op een situatie die we zo goed kennen uit het werk van Kafka: anonieme, onbereikbare autoriteiten. Dat weet Coetzee natuurlijk ook, vandaar dat hij Costello zelf ook die herkenning laat benoemen. Maar wij, Nederlanders hebben onze eigen Simon Vestdijk die in De kellner en de levenden een fantastisch beeld schetst van wat er gebeurt als een groep mensen op het eindoordeel wacht. Ik verwacht niet dat Coetzee bekend is met het werk van Vestdijk maar anders had Costello er ongetwijfeld ook aan gerefereerd.
Verpakking
Inderdaad, het zijn grote vragen en Coetzee maakt het de lezer niet gemakkelijk. Je moet de aandacht er wel bijhouden. Daar staat tegenover dat Coetzee een meester is in het kiezen van de juiste ‘verpakking’. Neem dat verhaal over dat laatste thema, verandert een auteur als hij over gruwelen schrijft of doet hij er beter aan die gruwelen niet en detail te bespreken omdat ze daarvoor te ‘obsceen’ zijn en derhalve juist verborgen moeten blijven? Dit thema komt aan een orde in een lezing die Elizabeth geeft. In haar lezing bespreekt ze een bepaald boek. En wat blijkt nu, de auteur van dat boek is spreker op datzelfde congres. Oeps, hoe gaat Costello hier mee om? Durft ze en plein publiek hard te oordelen.
Onderbreking
Elizabeth Costello is een boek over een schrijfster en gaat over schrijven. En dat levert soms mooie reflecties op. Neem het eerste hoofdstuk, waarin over Costello gesproken wordt door de bril van de zoon die haar begeleidt. Maar er is ook een alwetende verteller die aangeeft dat hij soms stukken in het verhaal overslaat en daar dan weer een motivering van geeft.
‘De scène van de uitreiking (Costello krijgt een prijs, hk) zelf slaan we over. Het is niet goed om het verhaal te vaak te onderbreken, aangezien de vertelkunst erop berust de lezer of luisteraar in een soort droomtoestand te brengen waarin ruimte en tijd van de werkelijke wereld vervaagd zijn en vervangen door de ruimte en de tijd van het verhaal. Inbreken in de droom vestigt de aandacht op de geconstrueerdheid van het verhaal en vernietigt de illusie van realiteit. Maar als we sommige scènes niet overslaan, komen we de middag niet door. Het overslaan gebeurt niet in de tekst, het gebeurt in de voorstelling.’ (pag. 23).
Ik hou wel van dit soort ingelaste reflecties.
J.M. Coetzee, Elizabeth Costello. Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2003.