De saamhorigheidsgroep

De saamhorigheidsgroep

Soms lees je een boek dat je op een bepaalde manier verrast. De saamhorigheidsgroep van Merijn de Boer is zo’n boek. De Boer schrijft over een bevlogen groep jonge mensen, begin jaren ’80 voor wie een betere wereld levensdoel nummer één is. Hij doet dat op een heel herkenbare manier voor wie, zoals ik, in die periode zelf jong was en niet onbeïnvloed door dezelfde gevoelens. 

Zwart-wit

Tegelijkertijd is er, terugblikkend, ook te (glim-)lachen,  om de felheid waarmee keuzes werden gemaakt en nageleefd, om de kritiek die men op elkaar uitoefende, om de controle die daar in zat. Noem het zwart-witdenken. Maar precies aan die glimlach over dat verleden kleeft ook een verdacht trekje. Hoe heeft het geweten van de herkennende lezer zelf zich sindsdien ontwikkeld?

Prinzipienreiterei

De saamhorigheidsgroep bestaat uit een divers gezelschap: een vroedvrouw, een leraar klassieke talen, een radioloog, een portretschilder, een ambtenaar,… Ze ontmoeten elkaar met een ijzeren regelmaat voor vergaderingen (die geopend worden met een knuffelronde) waar gesproken wordt over de projecten die ze steunen. 

Lid zijn van de groep betekent 10% van je inkomsten (niet te verwarren met inkomen want ook een erfenis valt er onder, zoals we zullen zien). Tussendoor ontmoeten de leden elkaar tijdens wandeltochten, fietstochten en de jaarlijkse vier weken vakantie. De samenstelling en de gedragingen van de groep zijn een opvallende mix van soft, zweverigheid en politieke Prinzipienreiterei. Dat blijkt als er een nieuwkomer tot de groep toetreedt, de (latere) diplomaat Bernard Wekman, de enige met een auto, een net pak en een gebrek aan een doel dat de wereld zou kunnen verbeteren. Kortom, Wekman is een vreemde eend in de bijt maar wordt hartelijk opgenomen in de groep en precies dat is wat hem zo aantrekt: de warmte, het optimisme, de daadkracht, de onderlinge betrokkenheid. En natuurlijk is het Liza, de vroedvrouw met de betoverende stem (ze is ook stemacteur en spreekt films in), die hem aan de groep bindt.

Driehoeksrelatie

Er ontwikkelt zich een complexe driehoeksrelatie als blijkt dat Tristan, de partner van Liza  en Liza geen kinderen kunnen krijgen, en zij samen besluiten om Bernard in te schakelen om in dit tekort te voorzien. Maar waar ze geen rekening mee houden is dat Liza ook wel eens heel verliefd op Bernard kan worden. Afijn, ingewikkelde gevoelens, bij Liza en op een andere mannier bij Tristan.

Deze driehoeksrelatie is wel de rode draad door het verhaal, het grootste thema, maar dat is intussen volledig ingebed in de ‘zedenschets’ van de saamhorigheidsgroep met haar linkse idealen. De Boer laat zien dat hij een gedetailleerd beeld heeft van die tijd. Nogmaals, het is heel vaak hilarisch omdat je het gevoel hebt dat de verschillende deelnemers aan de groep op het randje van karikaturaal worden neergezet. Maar er zit ook heel veel herkenning is.

Ontwikkeling

Interessant is dat de groep zich gedurende de meer dan dertig jaar dat het verhaal zich uitstrekt, niet of nauwelijks lijkt te ontwikkelen. De politieke opvattingen blijven ongewijzigd. Is het ironie dat aan het eind blijkt dat de kinderen van de leden allemaal een heel andere richting zijn opgegaan dan hun ouders? Die van de liberale prestatiesamenleving? 

Merijn de Boer, De saamhorigheidsgroep. Roman.Amsterdam-Antwerpen: Em. Querido’s Uitgeverij nv, 2020.

De saamhorigheidsgroep

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *