Handgemeen
‘Lezen is een soort handgemeen tussen lezer en boek. Een strijd, niet een onderwerping, zoals bij Don Quichotte of Madame Bovary, die zich volstrekt laten absorberen door de boeken die zij lezen. Het is een afstandelijke houding, waarin ik leer de ruimte van mijn verbeelding te vergroten, alsof ik bepaalde rollen uitprobeer, maar me tegelijk ook van het verschil tussen mij en het boek bewust blijf.’
Paul Ricoeur in een interview met Ger Groot, gepubliceerd in Ger Groot, Twee zielen.
Ik hoor het vaak, ook tijdens de interviews die op deze site te vinden zijn: de lezer die zich helemaal verliest in een boek. Die reist naar een andere wereld en toch op zijn of haar plek blijft. Die droomt van ander werelden. Die zich helemaal identificeert met een personage en meelacht en meehuilt. Don Quichotte en Madame Bovary gingen nog iets verder. Ze modelleerden hun leven aan de hand van de verhalen die ze lazen.
De Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005) laat zich iets gereserveerder uit. Hij spreekt van het verschil tussen je helemaal onderwerpen aan een boek, die wereld binnentreden en niet meer verlaten, of zó lezen dat er toch altijd iets van afstand bewaard blijft. Alleen in die tweede situatie kan de literatuur een voorbeeldfunctie vervullen die uitproberen mogelijk maakt, maar het eigen oordeelsvermogen niet terzijde stelt. Literatuur als oefenstof voor het leven. Ik hoop dat het ouders en leraren lukt om hun kinderen en leerlingen te inspireren tot deze functie van lezen.