‘Van het lezen van citaten wordt men niet erudiet’
Harry Starren, schrijver over management en managementboeken, oud directeur van De Baak
De zin kwam langs en bleef gelijk haken. Waarom? Misschien omdat de zin, en het citeren en bespreken ervan in deze bijdrage, in tegenspraak is met zichzelf. Een slimme vondst. Immers, door de zin te citeren en er over te mijmeren suggereer ik over belezenheid te beschikken en over het vermogen om te reflecteren. Ik doe mee aan de suggestie van eruditie die door het citaat nu juist wordt ontkend. Sterker nog, ik maak mezelf een beetje belachelijk door ‘er in te tuinen’. En dat ook nog eens onder een knop uit het menu dat specifiek aan citaten is gewijd. Tja.
En toch, het haken wordt voortgebracht door een irritatie (en is dat niet heel vaak het geval: dat we ‘wakker geschud’ worden door een ergernis of door het tegendeel daarvan: iets of iemand die we bewonderen?)
De irritatie doemt steeds weer op als ik door de tijdlijn scroll op mijn Twitteraccount. Dan ontmoet ik mensen die 24/7 citaten doorgeven van en wijsheden debiteren over grote filosofen als Aristoteles, Kant, Nietzsche (heel populair), Kierkegaard, Heidegger, Wittgenstein, Arendt, en zo nog meer. En steeds roept dat de vraag bij me op: als je zoveel twittert, wanneer léés je de werken van deze diepe denkers dan? Hoeveel uur per dag heb je een van hun boeken werkelijk in je handen en zwoeg je jezelf door de vaak zo ontoegankelijke teksten heen? Is het je echt om hun wijsheid te doen of heb je een andere agenda?
Ik weet het, het is kwaadwillig gedacht. Maar is het ook onrealistisch?