Shuggie Bain
Het verhaal is snel verteld. Shuggie is de jongste van drie die Agnes als moeder hebben. Ze wonen in Glasgow, gedurende het verhaal op drie verschillende plekken: bij Agnes’ ouders in, in een afgelegen mijnwerkersbuurt en in een appartement in de stad. Het is de tijd van Thatcher en de grote economische hervormingen die veel arbeiders werkloos maakten en aan de drank brachten. Ook Agnes is aan de drank, een niet zo’n beetje ook. Wat doet dit met Shuggie?
Tragiek
Zijn oudere zus en oudere broer kiezen ervoor zo snel mogelijk op eigen benen te staan. Catherine trouwt en emigreert, Leek trekt zich terug met zijn tekeningen en zoekt een baan zodat hij op zichzelf kan wonen. En Shuggie? Die bekommert zich om zijn moeder, verzorgt zichzelf en haar, is daardoor een notoire spijbelaar van school en wil haar het liefste redden. Een onbegonnen zaak.
Een tijdje, meer dan een jaar, lijkt het goed te gaan, maar dan, door een goedbedoelde maar niet erg doordachte actie van haar vriend op dat moment, gaat het toch weer fout en vervolgens alleen nog maar bergafwaarts. De verhuizing naar de stad, die het begin had moeten inluiden van een nieuw begin, blijkt de eerste de beste dag al zinloos. Het is een tragisch verlopend en tragisch eindigend verhaal.
Daar komt nog eens bij dat Shuggie een wat aparte jongen is, intelligent, keurig sprekend en met een homosexuele geaardheid, stuk voor stuk kenmerken die het leven voor hem in het macho-wereldje van mijnwerkers en hun ruwe kinderen, nog eens extra ongemakkelijk maakt.
Levensecht
Shuggie Bain is een stevige pil, geschreven door Douglas Stuart die er in 2020 de Booker Prize mee won. In de e-book-editie telt die 445 pagina’s. Ook lijkt er weinig te gebeuren, het is een opeenvolging van dronkenschappen en situaties waarin dat plaatsvindt. En toch heb ik geen moment gehad dat ik het boek weg wilde leggen, zoals ik uiteindelijk wel deed met het boek dat ik hiervoor las (nou ja: begin), Mathilde, geschreven door Leïla Slimani (deel 1 van de trilogie Het land van de anderen).
Ik heb even moeten zeken naar het verschil en ik denk dat het zit in de levensechtheid die ik bij Shuggie Bain wel aantrof en bij Mathilde niet kon ervaren. Misschien klinkt het raar maar de personages in Shuggie Bain zijn met veel liefde geschilderd. Ook al kun je je wenkbrauwen optrekken bij allerlei gedrag van Shuggies afwezige vader, van zijn moeder en van veel andere personages en ook al veroordelen ze elkaar bijna zonder ophouden, van de auteur als hun schepper kun je dat niet zeggen. Hij lijkt van hen allen te houden en als lezer voel je dat en ga je dat ook doen.
Er viel me nog iets op waardoor ik veel plezier beleefde aan het lezen van dit boek. Ik doel op de manier waarop hoofdstukken worden afgesloten. Keer op keer wist de auteur een episode zo af te sluiten dat je als lezer nog heel veel ruimte overhield voor je eigen fantasie, voor je eigen invulling van het vervolg. Ik heb wel boeken gelezen waarin dat ook gebeurde en ik de auteur betichtte van gemakzucht. Dit keer was dat totaal anders.
Ergens las ik dat Douglas Stuart zijn eigen ervaringen in dit boek heeft verwerkt. Ik kan me daar iets bij voorstellen. Ik bedoel, het is zo herkenbaar gedaan ook al ken ik deze wereld niet. Neem nu de situatie dat Agnes nog bij haar ouders woont en dat ze ontwaakt uit een diepte roes nadat er echt weer van alles was gebeurd. De manier waarop ze dan weer in relatie probeert te komen met haar kritische moeder, het aftasten, het meebewegen van de moeder en toch scherp blijven, ik vond dat heel knap beschreven.
Aanrader!
Douglas Stuart, Shuggie Bain. Amsterdam: Uitgeverij Nieuw Amsterdam 2021 (oorspr. 2020), vertaald door Inger van Limburg en Lucie van Rooijen, 445 pag.