In mijn onderzoek naar leesplezier ben ik op zoek naar allerlei verschijningsvormen waarin leesplezier wordt ervaren. Die verschijningsvormen probeer ik te ‘vangen’ in een aantal werkwoorden zoals verbeelden, dromen, reizen, en ontsnappen. Is het ook mogelijk om iets over plezier te zeggen los van het lezen dat dat plezier veroorzaakt? In dit blog doe ik een poging en vraag ik aan jou als lezer om feedback: klopt wat ik schrijf? Mis ik dingen? Is het duidelijk?
Plezier als ervaring
Plezier is een positief gevoel, daaraan zullen weinigen twijfelen. Het is vergelijkbaar met gevoelens van geluk, vreugde en blijdschap. Deze gevoelens zijn niet allemaal gelijk aan elkaar maar liggen wel in elkaars verlengde. Van vreugde en blijdschap zeggen we dat die ons ‘vervullen’ (‘vervuld van blijdschap sloot zij haar teruggevonden dochter in haar armen’). ‘Vervullen’ roept associaties op met ‘totaal’. Deze associatie hebben we minder bij ’plezier’ al zeggen we wel dat we ergens ‘intens plezier’ aan kunnen beleven.
‘Geluk’ is bovendien een ervaring die zelfstandig beleefd wordt. Je kunt zeggen: ‘ik ben gelukkig’ en dat duidt dan op een situatie met een algemeen en duurzaam karakter die de totale persoon aangaat.
Je kunt daarnaast zeggen ‘ik heb geluk’ en dat duidt op een momentane en specifieke situatie die gekoppeld is aan iets anders zoals wanneer het gelukt is om kaartjes te bemachtigen voor Lowlands. En op dezelfde manier kun je geluk hebben met de situatie op de weg als je gaat afrijden voor je rijexamen.
Bijverschijnsel
Plezier lijkt eerder een begeleidend verschijnsel te zijn bij iets anders dan een zelfstandige gewaarwording: je gaat met plezier naar school of naar je werk. Natuurlijk wordt dan niet de rit ernaartoe bedoeld maar de dingen die je op school of op je werk doet, de contacten die je hebt en zo meer. Als je zegt dat je met plezier werkt dan zeg je iets over je beleving bij de dingen die je doet. Op dezelfde manier kun je zeggen: ‘ik lees met plezier een boek’ zoals je ook kunt zeggen ‘ik beleef plezier aan een lekkere lange wandeling’. Deze uitspraak bevestigt plezier als een ervaring bij iets anders. Filosofen zeggen dan dat plezier een kwaliteit is. Een andere kwaliteit was ook mogelijk geweest zoals dat het lezen van een boek geen plezier verschaft. Meestal zeggen we dan dat een boek te moeilijk is of saai.
Wat staat tegenover plezier? Filosofen antwoorden dan: pijn; zelf denk ik ook aan: ergernis, hekel, ongenoegen, en toegespitst op lezen: verveling.
Gradaties
‘Plezier’ staat toe om gradaties aan te brengen. Het doet zich kennelijk voor in verschillende intensiteiten. Die verschillen kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief verwoord worden:
- ‘ik heb weinig plezier beleefd aan dit tochtje’
- ‘met veel plezier ga ik in op je uitnodiging’
- ‘ik heb intens plezier beleefd aan deze voorstelling’
- ‘kijk eens naar dat uitbundige plezier waarmee de kinderen spelen!’
Em soms klinkt er een tegenstrijdigheid door, vergelijk de twee volgende zinnen:
Je zegt niet: ‘dit was nog eens een plezierige rit met de Python!’
Maar je kunt wel zeggen: ‘ik ga met plezier nog een keer in de Python.’
Zin hebben in
Hoewel plezier een bijverschijnsel of bijproduct lijkt te zijn, is het wel zelfstandig nastrevenswaard. We kunnen zeggen: ‘ik heb zin om iets leuks te doen’ en dan wordt bedoeld: iets waaraan ik plezier zal beleven. Vervolgens gaan we op zoek naar iets wat daarin kan voorzien. Wat je dan doet is het uiten van een wilsuitspraak waarbij je weet dat de realisering ervan afhankelijk is van iets anders. ‘Plezier beleven’ kun je wel als doel formuleren maar alleen in de wetenschap dat het het gunstige gevolg is van iets anders.
De uitspraak ‘ik heb zin om iets leuks te doen’ illustreert nog iets anders, namelijk wat filosofen bedoelen als ze zeggen dat er aan plezier ook een attitudecomponent is verbonden, een houding. Wie chagrijnig aan een boek begint komt niet vanzelf bij leesplezier uit. Met andere woorden, je moet er wel voor open staan om plezier te ervaren. Overigens is dat nog iets anders dan dat je plezier wilt ervaren.
In het bovenstaande is plezier met name op gevoelsniveau benaderd. Zit er ook een cognitief element in plezier? Iets dat met kennis te maken heeft?
Reflectie op plezier levert plezier
In de ervaring van plezier is het weten hebben van die ervaring mogelijk; dat weten bevordert het plezier en is ook zelf een plezierige ervaring. Niemand zegt met tegenzin: ‘Wat vind ik dit leuk!’
Plezier ervaren staat een reflexief moment toe, ook als de conclusie van die reflectie het ervaren van plezier van enig tegenwicht voorziet:
‘Ik betrap me erop dat ik plezier beleef aan het kijken naar wedstrijden van de World Wrestling Federation.’ Want hoe is het mogelijk dat je plezier beleeft aan het (weliswaar sportief bedoeld maar toch) elkaar in elkaar slaan door volwassenen? In het pathologische en criminele geval zou een seriemoordenaar kunnen zeggen dat hij plezier beleeft aan het creperen van zijn slachtoffers. Tja, dit extreme geval maakt duidelijk dat het beleven van plezier niet in de handeling zelf zit maar in de persoon die de handeling uitvoert, in diens psyche. Niet de dingen die plezier verschaffen zijn de drager van het plezier maar degene die de dingen doet die hem of haar plezier verschaffen. Ik heb met plezier het boek Uit het leven van een hond van Sander Kollaard gelezen. Ook al houd ik dat niet voor mogelijk, het kan heel goed zijn dat een andere lezer daar anders over oordeelt.
Beter worden
Het beleven van plezier aan iets betekent volgens Aristoteles ook dat je er daardoor beter in wordt. Wie plezier beleeft aan lezen gaan ook beter lezen. De wetenschap valt Aristoteles hier graag in bij. Het omgekeerde doet zich ook voor: wie goed kan lezen zal daar eerder plezier aan beleven en dat vaker doen.
Plezier duurt zolang de activiteit waaraan plezier beleefd wordt, duurt. Als bijproduct van een activiteit is de duur daarmee bepaald.
Plezier raakt aan ons gevoel voor wat het leven mooi maakt (kwaliteit van leven). Dat maakt plezier nastrevenswaardig. We krijgen er als het ware niet genoeg van. Om deze reden leidt het nadenken over wat plezier (in het algemeen is) in de regel tot het hedonisme, de filosofische stroming die het genieten tot kunst heeft verheven en die in de volksmond al te gemakkelijk wordt gereduceerd tot feesten: eten, drinken en seks.
In het voorgaande vergeleek ik plezier met geluk. Er zijn nog andere kandidaten voor een vergelijking. Ik noem: leuk, lekker en lol; alledrie staan, net als plezier, voor een positieve ervaring en voor liever meer dan minder.
Leuk
Michael Foley heeft zich in zijn boek Leuk hè? uitgebreid verdiept in het verschijnsel ‘leuk’. Nou ja, ‘verschijnsel? Beter: wat maakt dat we over dingen of ervaringen zeggen dat ze leuk zijn? Ik volg Foley in zijn redenering.
Leuk is volgens Foley wijdverspreid en wordt op heel veel zaken van toepassing verklaard. Denk aan allerlei volksvermaak. Misschien is dat de reden dat intellectuelen de neiging hebben snobistisch hun neus op te halen voor dingen die met leuk worden geassocieerd.
Leuk is uitgegroeid tot een bijvoeglijk naamwoord dat elke vorm van plezier op een laagdrempelige manier omschrijft. Het is zo algemeen dat het een definitie lijkt te ontstijgen. Het behoeft als het ware geen nadere verklaring; iets spreekt voor zich als ervan gezegd wordt dat het leuk is. Leuk is een ervaring, zoals geluk dat is, iedereen streeft ernaar maar kan het niet definiëren. Het is vaag en ongrijpbaar, slechts onbewust en periodiek beschikbaar en het verdwijnt waarschijnlijk zodra het actief wordt nagestreefd. Het najagen van plezier zit zichzelf net als het najagen van geluk, in de weg.
Het woord ‘leuk’ komt pas echt in gebruik in de achttiende eeuw, tegelijk met de opkomst van de Verlichting en de uitholling van de feodale samenleving. Het is gelinkt aan de individuele vrijheid. De religie had er niet langer controle op en zo kon het zich vrij ontwikkelen.
Leuk is speels en daarmee een goede correctie op doorgeschoten efficiencydenken.
Leuk is een sociaal gebeuren, het is een alternatief voor de voorheen strakke familieverhoudingen en opvoedingspatronen. Leuk wordt beleefd in nieuwe, vaak luide groepen zoals netwerken op internet en facebookgroepen. Leuk is ten diepste gemeenschappelijk. Je kunt wel in je eentje plezier hebben maar het alleen leuk hebben kan volgens Foley niet. Ik betwijfel dat; ik kom hier zo op terug.
Leuk sluit aan bij de behoefte aan ervaringen in plaats van aan bezittingen.
Er is ook het leuk van de zonde, van de opstand tegen het bestaande, tegen de hypocrisie, er is de humor, de ironie. Denk ook aan de Nederlandse waardering voor cabaret, conferences en stand up comedians.
Leuk is niet alleen ingewikkeld, het is ook paradoxaal met allerlei religieuze trekjes en ontstijging van het zelf en het verdwijnen in de massa van de festivals. Plezier verschilt van ‘leuk’. ‘Leuk’ is een sociale ervaring die gedeeld wordt met anderen, plezier is individueel. Dansen is leuk, naar een festival gang is leuk. Al die dingen zijn leuk omdat je ze samen met anderen doet.
Tot zover Foley.
Misschien geldt voor het Engels wat niet geldt voor het Nederlands, maar in mijn optiek kunnen wij toch echt zeggen:
‘Veel plezier met elkaar!’
En ook horen:
kind: ik verveel me
moeder: ga lekker tekenen
kind: tekenen vind ik niet leuk
Hoewel ik Foley goed meen te begrijpen met wat hij bedoelt als hij zegt dat ‘leuk’ een sociaal gebeuren is, vind ik zijn onderscheid met plezier toch te strikt. ‘Leuk’ is wel een wat trivialere manier van zeggen dan ‘plezier’ dat wat deftiger klinkt, maar dat is dan ook het enige verschil.
Lekker en lol
‘Lekker’ associëren we primair met de sensaties van onze smaakpeppillen maar wordt ook breder gebruikt voor positieve ervaringen, ook van lezen. Het is heel normaal om te zeggen: ‘ik ga vanavond lekker lezen’. De alliteratie zal het gebruik van deze zegswijze zeker ondersteunen.
‘Lol’ tenslotte, is wat je hebt als je jong bent en leuke dingen doet met elkaar, grappen maakt, elkaar met woorden de loef afsteekt en veel met elkaar lacht. Niemand zegt: ‘ik zit lollig te lezen’ en het is populair taalgebruik als je zegt dat ‘de lol van het lezen is dat je er ook beter van gaat lezen’.
Conclusie
- Het is een bijverschijnsel, in mijn onderzoek: een bijproduct van het lezen.
- Het is een positieve ervaring die eerder uitnodigt tot herhaling dan een neutrale of een negatieve ervaring.
- Het is om die reden nastrevenswaard: je leest bij voorkeur of uitsluitend boeken waar je plezier aan beleeft.
- Het is instrumenteel: doordat je iets plezierig vindt ga je er ook beter in worden.
- Het is persoonsgebonden. Niet iedere lezer vindt hetzelfde boek een plezierige leeservaring opleveren.